Zoeken in deze blog

woensdag 26 oktober 2011

Paddenstoelentijd

Dit is mijn favoriete seizoen, met stip. De luchten zijn blauw, de zonnestralen van goud en de bladeren zijn rood-oranje-groen-geel. Alles ruikt op zo'n dag naar bosgrond, zelfs als ik in de Grote Boze Stad 's ochtends mijn ramen opendoe. En dan verderop, in het bos, zijn paddenstoelen: talloze soorten. Alleen de naam al; ik zie het al voor me, een dikke, bruine pad met een brilletje op zijn neus en zijn paddenbeentjes nonchalant over elkaar geslagen, terwijl hij lekker Het Amfibisch Dagblad doorbladert.

Sinds vorig jaar heeft zich een latente obsessie genesteld in mijn brein. Ik las over de Reuzenbovist. Zo wit als sneeuw en zo groot als een voetbal, schijnt deze enorme champignon zich zelfs in Amsterdamse stadsparken thuis te voelen. Maar het is me niet gelukt er eentje te vinden. Maar dit jaar was het raak; weliswaar niet in Amsterdam maar in de Ardennen, net buiten het lieflijke plaatsje Dinant. Terwijl we in de invallende avondschemer aan het touren waren, van de lokale frituur naar de B&B waar we overnachtten, werd mijn geduld dan eindelijk beloond; in een weiland in het glooiende landschap lagen er wel vijf! Als verse volleyballen! Ik kon mijn geluk niet op en als een indiaantje galoppeerde ik om de reuzenpaddenstoelen heen; mijn vriendje was uiteraard wat verbaasd. Tot mijn spijt konden we de gevonden schatten niet meenemen, maar alleen al weten dat ze echt bestaan maakte mijn dag. En wat moet je immers in Parijs met een paar van die paddebollen?

Wat vriendlief toen niet begreep is nu -krap een maand later- ook bij hem in volle hevigheid bij ontwaakt; paddenstoelenmanie. We hebben gidsen en een uitrusting en zo hebben we afgelopen zondag in de zon paddo's gezocht. En maak je geen zorgen, want met Het Paddenstoelenboek (€ 17,50) van Edwin Florès, you can't go wrong! Wij maakten van onze vangst een héérlijk Frans voorgerecht: Paddenstoelen met toast, zoals we ook in Parijs aten, in een allerliefst bistrootje om de hoek. (Voor verblijf in Parijs adviseren we u overigens van harte: het Pink Hotel in het 12de arrondissement: een billijk geprijsd hotelletje met een ondergrondse parkeerplaats, kraakheldere kamers en dito beddengoed; alle zaken vrij uitzonderlijk voor Paris la Belle!).

Okee, genoeg gepraat:
- Boule Beurre van Monsieur Albèrt Heijn
- Gemengde paddenstoelen: champignons, oesterzwammen, cantherellen, eekhoorntjesbrood, alles wat je te pakken kan krijgen
- Teentje knoflook
- Slagroom
- Peper & Zout
- Platte peterselie
- Roomboter & olijfolie, extra vergine

Maak alle paddenstoeltjes schoon. Pas op met water, deze knakkertjes hebben de neiging zich een beeetje vol te zuigen. Borstel ze liever af. Rooster dan de plakken brood in een gloeiend hete grillpan totdat er van die prachtige streepjes op staan.

In een koekenpan verhitten we een beetje roomboter. Pers de knoflook uit en fruit deze even in de boter. Voeg de stevigste paddenstoelensoorten als eerste toe en gaandeweg de overige. Als ze allemaal een goede kleur hebben gekregen schenken we er een klein beetje slagroom bij en kruiden met peper en zout; een klein beetje om de boel te dresseren en bak nog een minuutje. Schik het geheel op een bordje, toast, paddenstoelen en garneer met lekker wat fijngehakte platte peterselie en wat druppels olijfolie. Bon appetit, dat zeiden ze erbij in Parijs!