Zoeken in deze blog

maandag 26 september 2011

De ballen van de kapitein

Zondagmiddag, de zon scheen en wij waren op weg naar de polder. Het was echt een schitterende nazomerdag, zo eentje waar ik al heel erg lang op hoopte. We waren uiteraard niet de enigen die afreisden naar de dijk; veel fietsers, hardlopers en andere recreanten hadden dezelfde ingeving gehad.

Zo reden we ook langs een tandem. Een tandem vind ik nomaal zo'n ding dat je voor de lol huurt om een -lekker melig- door de stad te toeren. Maar deze tandem was bijzonder serieus. Voorop zat een forse dame met grijze krullen en een zonneklep, die als een kapitein op een schip haar fietsstuur vasthield, wind in de haren en haar blik strak op de horizon gericht. Achterop zat Kokki de lichtmatroos. Zijn trappers volgden weliswaar de hare, maar hij fietse met losse handen en zijn blik was overal op gericht, behalve op de Kapitein voor hem. Het was een grappig gezicht; ik kon me ineens voorstellen dat dit wel eens zeer tekenend kon zijn voor hun hele relatie! Zo zie je maar, achter iedere sterke man staat een sterke vrouw en sterke vrouwen, die doen er verstandig aan een tandem aan te schaffen.

Dit verhaal houdt geen enkel verband met het recept, anders dan dat dit recept zonnig, zondig lekker en luchtig is als de afgelopen zondag en dat het bedacht zal zijn door een ongetwijfeld zeer karaktervolle Antilliaanse Mama. Het recept is die van Antilliaanse kaasballetjes, die we ontdekten op het Westergasterrein bij een leuk restaurantje. Toen deze van de kaart werden gehaald en we onszelf maar karig getroost voelden door de muffe casavestengels, heb ik het recept opgezocht en uitgeprobeerd: ze werden geweldig!! Dus pak ook die pollepel en ga aan de slag!

Kaasballetjes (voor ongeveer 30 stuks):
500 gram geraspte oude kaas
2 eieren
1 bord Panko (Japans paneermeel, gewone kan ook)
1 kopje bloem
Snufje witte peper
1 theelepel zout
1 theelepel suiker
1 zakje bakpoeder
750 l zonnebloemolie

Kluts de eitjes goed door elkaar en roer dan de oude kaas erdoorheen. Voeg de bloem toe, de peper, zout en de suiker en tot slot het bakpoeder. Roer het geheel minstens tien minuten door zodat het bakpoeder lekker zijn ding kan gaan zitten doen. Zet even weg met een theedoek erover. Wacht een half uurtje en rol dan balletjes ter grote van een bonk (zo'n grote knikker, je weet wel, die was honderd waard). 3/4 bitterbal dus. Rol ze door de Panko en leg ze op een bordje, in afwachting van hun vette badsessie.

Nu kun je de frituur aanzwengelen (180 graden) of -als je die net als ik niet hebt- een pan met zonnebloemolie op het vuur zetten. Vroeger, toen de Brabantse padvinders nog geen frituurpan hadden, pasten ze deze slinkse truc toe: pak een stukje brood en gooi deze in de pan als de olie zo heet is dat er een waasje overheen komt. Als dit bruin wordt, is de olie op temperatuur en dan is het moment daar om je kaasballen te water te laten. In twee minuten zijn ze goudkleurig en opgezwollen van trots.

Eet ze met chilisaus of mosterd met fijngehakte koriander en drink er een biertje bij. Fijne zondagmiddagen nog!

woensdag 14 september 2011

Boter voor de ziel


Het schilderachtige dorpje Laren oefent altijd een onweerstaanbare aantrekkingskracht op me uit. Ik heb er jaren in een winkel gewerkt en dus alle seizoenen langs zien komen, zoals ik ook alle inwoners zag langskomen. Laren. Nergens zie je zoveel sportwagens voor een Albert Heijn staan of dames rondlopen in kledingcombinaties voor wier economische waarde ik twee weken vakantie kan boeken. (De laatste tijd is dit overigens de ik-ben-mijn-paard-kwijt-look; laarzen, broek, jasje, handschoenen, alles is compleet, alleen er is geen velden of wegen een paard te bekennen.)

Laren vind ik niet alleen prachtig mooi vanwege haar inwoners, winkels, schitterende huizen en hoeveelheid sportwagens en SUV's, nee, er is iets anders waar ik uren naar kan kijken. Op de feeërieke Brink staat vanaf het voorjaar tot het begin van de herfst De Poffertjeskraam. Deze kraam neemt je mee naar de tijd dat dames hun paarden nog wél in de buurt hadden -namelijk voor hun koets- en mannen gekrulde snorren hadden en monocles droegen terwijl ze een glaasje prik dronken en poffertjes aten. Vandaag de dag doe ik mijn kleine neefjes een ongeëvenaard plezier door poffertjes met ze te gaan eten. Deze gaan dan overigens onder de naam Koffers. Maar ik zal ter zake komen; bij de Poffertjeskraam staat altijd een massief blok boter. Met een sterretjesmotief erin gedrukt. De Poffertjesbakkers schrapen geroutineerd krullen van dit blok. Boter is één van mijn lievelingsingrediënten en dit machtige blok bij de Poffertjeskraam is dan ook een halve kubieke meter puur vermaak voor me.

Mijn fascinatie heeft me vanmorgen een stapje verder genomen. met mijn nieuwe keukenmachine klopte ik 500 ml slagroom met een  snuf zeezout totdat het wonder gebeurde; de vetbestanddelen scheidden zich van de melk (het was karnemelk, de heerlijkste die je je maar kan voorstellen). Ik pakte een zeef met daarin een stuk kaasdoek en kneep de boter voorzichtig uit. Vervolgens hield ik de boter onder de koude kraan en spoelde de boter af, terwijl ik deze doorkneedde. Toen het spoelwater schoon was, kneep ik de boter droog in de kaasdoek en deed het in een gesteriliseerde jampot. Vanavond zullen er Koffers vol boter en suiker op tafel staan. Nu nog de SUV. Of een paard?

donderdag 8 september 2011

Sugar 'n Spice & all things nice


Mijn grote liefde en ik wonen in een allerliefst klein huisje. Geen huisje dat zich goed leent voor het houden van huisdieren helaas. Dus wordt dat gemis op allerlei manieren gecompenseerd. Zo bracht mijn vriendje van de zomer een klein kasje mee van zijn boodschappen-rooftocht. Stralend vertelde hij mij dat het pompoenen waren! Moeilijk te geloven als je naar het plastic bakje in zijn hand keek, maar vooruit met de geit. Ik naar de Hema voor twee grote bloempotten, terwijl vriendlief de potaarde verzorgde. Iedere dag werden de potten aarde en de daarin verborgen pompoenzaadjes vermanend toegesproken, of ze nou wel eens een beetje konden opschieten met groeien. Nou, dat lieten ze zich geen twee keer zeggen..! Binnen de kortste keren was ons mini-balkonnetje het domein van losgeslagen pompoengewoeker.

Als goede ouders hebben wij toen besloten het enige juiste te doen dat je op zo'n moment kunt doen: ik baande mij een weg door de Pumpkin Jungle en splitse de potten op geraffineerde wijze bij mijn ouders in de maag. Ik heb ze daar in de tuin gezet en de pleegpompoenen hebben een beetje moeten wennen aan de omgeving, maar ik geloof dat het goed gaat komen!  

Met deze Herfstige omstandigheden is er maar één goede beslissing om te nemen als het op pompoenen aankomt; pompoentaart bakken. Omdat het al ongeveer drie maanden herfst is durfde ik het aan om het nu al te maken, maar indien gewenst kan er ook mee gewacht worden tot Halloween.

Men neme:

- 500 gram pompoen (eventueel geschild en in ieder geval ontpit)
- 5 eieren (2 heel, 3 dooiers)
- Een eetlepel suiker
- 200 ml slagroom
- Theelepel piment
- Theelepel kaneel
- Theelepel gemberpoeder
- Halve theelepel kardemom
- 1 vanillestokje, merg uitgeschraapt en stokje
- 300 ml sinaasappelsap
- Beetje zout

Deeg:
- 200 gram bloem
- 100 gram boter, koud en in blokjes
- 100 gram suiker
- Paar druppels vanille-essence
- 3 eidooiers
- Snufje zout
- Ijskoud water

Verwarm de oven voor op 250 graden. Begin met het deeg; doe alle ingrediënten -behalve het water- in de keukenmachine tot het een kruimelig geheel wordt. Soms is de vanille-essence voldoende om het tot een bal te laten worden maar anders een theelepel koud water en draaien, totdat het deeg tot een bal draait. Kneed deze nog even vlug door met de hand en leg dan weg in een folietje in de koelkast. 

Dan! De Vulling. Snijd de pompoen in stukken (niet te groot) en bak deze even aan in een klontje boter. Voeg dan de sinaasappelsap toe, suiker, het vanillestokje en de vanillemerg en laat rustig pruttelen, ongeveer een kwartiertje. Voeg dan de room toe, de specerijen en voel of de pompoen al gaar is. Zo ja? Pak de staafmixer en mix het geheel tot gladde, soepachtige consistentie. Proef even of het geheel op smaak is; dit is het moment waarop je creatief kan zijn met het toevoegen van meer suiker en specerijen. Laat de pan een beetje afkoelen. Als het geheel niet meer gloeiend heet is, roer dan met een garde de eieren en de dooiers door het mengsel.

Beboter en bebloem een taartvorm (32 cm) en rol het deeg dun uit. Doe het deeg in de vorm en giet vervolgens de vulling erin. Ik hou meestal over, dus maak eventueel wat extra deeg voor een taartje voor de buren, zijn die ook weer blij. 

Zet de taart in de oven en zet deze na tien minuten op 160 graden, voor ongeveer 45 minuten. Of tot het klaar is. Dat is het beste. De taart is klaar als het deeg goudbruin is en je er een satehprikker in kan steken die weer droog uit de taart komt. Je huis ruikt nu heerlijk naar herfst, met een boek in de hoek en een kopje thee. Neem een warme punt van je prachtige taart met wat slagroom, een kopje thee en geniet!