Zoeken in deze blog

maandag 30 mei 2011

Colourblocking


Het is zomer in Amsterdam. Ik zit op een terras met een witbiertje in mijn hand te kijken naar de prachtige menigte die aan me voorbij wandelt. Ik heb zojuist een hip shirt gekocht voor teveel geld; zo doe je dat immers in Amsterdam. Het is best lastig om qua hipheid gehandicapt te zijn en dan toch op een zonnige zaterdag de stad in te durven, maar ik heb mijn beste beentje voorgezet en mijn lief is trots op mijn shirt!

Ik neem een slokje en kijk naar de voorbij schuivende mensen; ze zijn mooi en cool en doen allemaal aan colourblocking. De mannen, met hun gecoiffeerde baarden -ongeveer even hulpbehoevend als een pasgeboren cavia- en hun haren door de war, de vrouwen met wijde tops gecounterd door strakke shorts, nietsverhullend, dus alleen voor de happy few. Ze dragen alle kleuren van de regenboog en kijken er heel erg blasé bij, door hun Ray Ban's.

Ik block ook lekker colour, maar dan in de keuken en de basiskleur van vandaag is Groen! Pak je pan en volg mij maar:
- 300 gram gedopte tuinbonen
- vier plakken zuurdesembrood, vingerdik
- groene extra vierge olijfolie
- Bosjes munt en bosje platte peterselie
- knoflook, een teentje (vers, als het kan!)
- Pecorino of feta
- Citroen

Grill de plakken brood in een grillpan (even inkwasten met wat olijfolie) tot ze van die mooie imagematige streepjes hebben. Pak een koekenpan en zet op het vuur. Plet de knoflook en hak hem goed fijn, denk erbij aan iemand die je niet zo mag. Let op, als je gedroogde knoflook hebt, snijd deze dan even over de lengte open en haal de groene kern er uit; dit lastpak zorgt voor een geïrriteerde maag en die nare, metalige knoflookgeur. We zijn dus beter af zonder hem!

Fruit de knoflook, niet bruin laten worden en voeg de tuinbonen toe. Als ze zo jong zijn hoeven ze niet dubbelgedopt en geblancheerd, maar dit kan uiteraard naar believen worden gedaan. Schud ze lekker om in de olie en strooi er peper en zout over. Maldon zoutvlokken zijn erg lekker hierbij. Een spriets citroensap en wat -rasp om op smaak te brengen en tot slot de fijngehakte peterselie en munt. Schud nog een keertje om en doe een schepje van de tuinboontjes over het gegrillde brood. Maak af met citroensap, olijfolie, geraspte pecorino en een draai zwarte peper. 

Eet het op in de zon op je balkon en drink er een glas koude Grüner Veltliner bij. Vergeet niet om er heel blasé bij te kijken, je blockt tenslotte ook colour en je bent dus retehip:)!

vrijdag 20 mei 2011

Pigs in Space? Pigs in a blanket



Ik heb altijd goede herinneringen aan de weekenden van weleer, van toen ik nog een klein Carolientje was. Verstoppertje spelen, sprookjes luisteren, rolschaatsen, mijn vader in de weg lopen in de tuin, hele afleveringen van My Little Pony naspelen mét My Little Pony, dan weer in de tuin het gazon rondgalopperen met een pony van bamboestokken met plantpotjes als hoeven; potdorie, wat was het druk!

Op zaterdagmiddag was het met name bal. Na een ochtend en/of middag buitenspelen was het tijd voor Tekenfilms & Consorten! Vrouwtje Theelepel, Heidi & Candy Candy met de bibberende ogen, Dr. Snuggles, De Freggles, De Wuzzles, Nils Holgersson en -lievelings allertijden- De Muppets. Duim in je mond en gaan! Kijken, kijken, kijken. 

Je kreeg er natuurlijk wel honger van; dan bracht mamma ons tussendoor een snackje en een bekertje fris, want je kon natuurlijk geen minuut van je plek! Snackjes en tekenfilms, ik vind het nog steeds een reuzecombi. Tekenfilms kijk ik nog steeds graag: mijn grote liefde moet er helaas mee leven dat hij iedere morgen ook nog een aflevering van Spongebob meepakt alvorens het journaal te mogen degusteren.

Tekenfilms. Helemaal prachtig met deze Amerikaanse uitvinding: Pigs in a Blanket. Varkentjes in een deegdekentje.

Men neme:
- Een blikje cocktailworstjes
- Een blik mini-croissantdeeg van de Firma AH
- Eén sjalotje
- Eén volle theelepel fijne mosterd
- Twee eetlepels crème fraîche
- Dille, gedroogde kan ook maar vers is natuurlijk altijd lekker
- Geraspte kaas (naar smaak, ik vind jong belegen lekker)
- Sesamzaad
- Geklutst eitje of melk

Verwarm de over voor op 180 graden. Hak de sjalot heel fijn en roer deze samen met de mosterd, crème fraîche en de dille tot een sausje. Voeg een eetlepel geraspte kaas toe en roer door.

Leg nu op een bakplaat wat bakpapier. Rol het deeg voor je uit en snijd de aangegeven driehoekjes los. Nu wordt het priegelwerk! Doe een theelepeltje van de saus in het croissantdeeg en leg een uitgelekt worstje in het midden van het deeg-driehoekje. Rol ze op zodat het er croissanterig uitziet en leg ze op de bakplaat. Als alle knakkertjes een jasje aan hebben, bestrijk ze met een beetje geklopt ei of melk en voor de finishing touch: strooi een beetje sesamzaad over hun ruggetjes. 

Nu, een kwartier in de oven of gewoon tot ze goudbruin en gaar zijn. Laat zich heerlijk combineren met ranja van Reine Claude, met sinas maar een glas droge witte wijn is ook absoluut geen bezwaar.  

donderdag 19 mei 2011

Recept voor geluk: Frambozen Frangipane Hemel


Soms sta ik voor de spiegel en dan denk ik: "Ik word ook al een dagje ouder". De eerste kraaienpoten hebben zich aangeziend en de kilo's blijven steeds beter plakken. Maar, ik laat me niet kisten! Nee hoor: ik drink liters water op een dag (ik kan mijn kantoor inmiddels beter gaan inrichten in het kleinste kamertje), grijp naarstig naar de Oil of Olaz, ik eet 2x per week vis, ik ga naar de sportschool (...). Toch kan ik de wijzers van de klok niet tegenhouden maar het is okee. Ik ben wel heel erg gelukkig!

Vorig jaar om deze tijd merkte ik dat wanneer je ongelukkig bent, je jezelf helemaal dicht kan kitten met Oil of Olaz of kunt sporten tot je een ons weegt maar dat het je niet zal helpen om er stralend uit te zien. Al shoppend bij de besnorde groentenman, vond ik een wondermiddel dat je hier wél bij kan helpen: Frambozen! Die kleine, roze-rode vriendjes zitten boordevol antioxidanten en smaken als een zonnige namiddag, picknickend met je geliefde, op een rood-witgeblokt kleedje onder een boom.

Koop twee bakjes met leden van dit blozende army of lovers, want ik heb een recept voor geluk, met frambozen, amandelen en eieren... Come on, get happy!

Voor de bodem:
250 gram bloem
150 gram koude roomboter, in blokjes
70 gram basterdsuiker
Snufje zout
1 geklopt ei
1 theelepel citroenzest
Voor de Frangipane-vulling:
2 doosjes frambozen
2 eetlepels frambozenjam
175 gram zachtgeroerde roomboter
100 gram basterd suiker
50 gram amandelspijs
50 gram amandelen, in de keukenmachine tot 'zand' gemalen
75 gram bloem
Snuf zout
Zakje bakpoeder
2 eieren
1 vanillestokje
Geschaafde amandelen ter garnering

Verwarm je oven voor op 200 graden.

Meng in een keukenmachine de boter, suiker, zout en bloem tot kruimelig. Voeg hierbij een theelepeltje citroenrasp en het geklutste ei. Het wordt nu een bal, haal uit de machine en kneed nog even met koele hand vlot door op een met bloem bestoven aanrecht. Slinger er wat huishoudfolie omheen en leg een half uurtje te rusten in de koelkast. Ik kan het nooit laten even een hapje te nemen :).

Beboter een mooie taartvorm (met zo'n ribbelrandje, 28 cm) en bestuif met bloem. Dat hele 'bestuiven', neem dat overigens niet te letterlijk want dat is een ramp om op te ruimen. Ik doe altijd een eetlepel bloem in een vorm en laat dit dan een beetje 'rondlopen'. Wat niet blijft plakken aan de boter is overtollig en kan weg. Bekleed de vorm met het deeg.
Prik wat gaatjes in de bodem en bak blind met wat gedroogde bonen op een stukje bakpapier, ongeveer 20 minuten en haal dan het papier met de blinde vulling eruit. Bak nog even af, een minuut of drie en haal daarna de bodem uit de oven om te vullen.
Draai de oven nu naar 170 graden. 

Zet een grote kom klaar en pak je handmixer of de keukenmachine. Roer de boter romig met de suiker en een beetje zout. Mix de eieren, het bakpoeder, het amandelmeel en de spijs in brokjes door het botermengsel tot egaal. Schraap het vanillestokje leeg en voeg toe; ik vind die zwarte puntjes altijd zo leuk staan!
Indien je het jammer vindt om het lege stokje weg te gooien; bewaar het in een pot basterdsuiker en na een week heb je vanillesuiker, home-made.

De bodem besmeer je met de jam en dan stort je de vulling erin. Nu komt het leuke deel: zoek voor alle framboosjes een lekker plekje in de donzige amandeldeken. Het wordt er best druk op den duur maar dat is niet erg. Zet het nu in de oven en bak af: na dertig minuten kan het amandelschaafsel erover en laat het verder afbakken voor 35 à 40 minuten.

Geluk smaakt het beste als het wordt gedeeld. Met een kopje thee.

woensdag 18 mei 2011

Gra-No-La


"Goed kauwen, da's je halve eten": een gevleugelde uitspraak in Huize De Boer. Goed kauwen is belangrijk, maar de kwaliteit van het gekauwde, moet ook goed zijn. En het belangrijkste gekauwde van de dag is: Het Ontbijt.

De Special K kwam me m'n neus uit, Cruesli is te zoet, Muesli is te muf, een boterham kan ik nog niet helemaal aan in de ochtend: wat te doen? Je maakt je eigen muesli! Of eigenlijk: granola. Want het is geroosterd in de oven. Feeling triggered..?

Men neme:
- 200 gram havermout
- een flinke hand pompoenpitten
- een hand ongezouten, gemengde noten, gehakt
- 100 gram voorgekookte graankorrels, een kwartier gegaard (te verkrijgen bij de besnorde groentenboer)
- 1 eetlepel geraspte kokos
- 150 ml troebele appelsap
- 2 eetlepels honing
- snuf zout
- 1 eetlepel kokosvet
- kaneel
- handje rozijnen
- handje gedroogde cranberries
- handje fijngesneden, gedroogde abrikozen

Verwarm de oven voor op 200 graden (ik heb een hetelucht oven en dat is  meestal de goede temperatuur). Op een bakblik spreid je de havermout, graankorrels, pompoenpitten en de gehakte noten uit.
Doe het appelsap, de honing, zout en het kokosvet met elkaar in een mok of kommetje en geef het een zwieper in de magnetron. In een pannetje kan ook, maar gemak dient de mens. Kluts alles goed door elkaar en giet dan over de bakplaat met inhoud heen. Roer met een pollepel doorheen totdat alles vriendjes is geworden van elkaar. Bestrooi tenslotte met kaneel naar smaak; ik doe een klein beetje.
Zet de plaat terug in de oven en roer het mengsel steeds na een kwartier door. Na een uur zal het geheel zijn veranderd in een mooi, gebronsd maanlandschap. Zet de bakplaat op het aanrecht (fornuis, anywhere) en roer door met je pollepel. Bestrooi met de kokosrasp en de rozijnen, cranberries en abrikozen. Bewaar het in een weckpot of iets in die geest, om de landelijke feel te benadrukken.
Mijn Grote Liefde en ik eten dit vaak met vanilleyoghurt (met van die zwarte puntjes) en frambozen en bosbessen. En we kauwen het goed, “zodat het dan gelijkmatig in je bloed komp”.

I have the summer in my bowl



Ik woon al bijna vier jaar in Bos en Lommer, aan de Kijkduinstraat. De Kijkduinstraat is een klein straatje aan de rand van het buurtje en het is er een gezellige smeltkroes van culturen. De Nederlandse Antillen, Suriname, Indonesië, Noord-Afrika, Midden-Afrika.. ach, wat doe ik toch: heel Afrika, het Oostblok, maar ook de echte Amsterdammers; alle windstreken vinden een vertegenwoordiger in het zonnige Kijkduinstraatje.

Tijdens mijn vorige baan werd ik vaak in het holst van de nacht of bij het krieken van de dag naar huis gebracht door een taxichauffeur. En het viel me op dat álle taxichauffeurs de Kijkduinstraat kenden. Het bleek dat in de jaren '70 en '80 de Kijkduinstraat een populaire bestemming was doordat er een club gevestigd zat waar veel dames van lichte zeden een winkeltje hadden. Tegenwoordig is het ook de thuisbasis van diverse brave starters zoals ikzelf.

Een echte smeltkroes met vele, veelal zonnige smaken dus, net als het Marokkaanse specerijenmengsel Râs al Hânout. Râs al Hânout betekent letterlijk: "het belangrijkste uit de winkel" of ook wel "het beste van de winkel". Alles wat lekker is, is door elkaar geroerd (foelie, piment, kurkuma, nigellazaad, kaneel, kardemom, bosbessen, etc., etc.!). En in Bos en Lommer is het overal te verkrijgen! Dus wat houdt ons tegen? Zeker nu het dit weekend heerlijk weer wordt en het tijd is om de picknickbiezen te pakken!
Deze salade is ideaal om mee te nemen naar het Westerpark, de achtertuin van heel Bos en Lommer:
- 300 gram couscous
- 100 gram rozijnen
- 100 gram abrikozen
- 100 gram feta
- 1 Rode ui
- 1 Citroen
- 1 rode peper
- Puntpaprika
- Theelepel Ras-al-Hanout (mag meer zijn, proef even tussendoor!)
- Eetlepel pijnboompitten
- Bosje koriander, platte peterselie en munt
- Zakje rucola
- Goede olijfolie
- Gembersiroop

Wel de rozijnen en abrikozen in heet water, ongeveer tien minuten en giet ze af. De abrikozen snijd je in reepjes. Bereid de couscous volgens de verpakking en stort de warme couscous in een kom. Voeg de abrikozen en de rozijnen toe. Snipper de rode ui, de rode peper fijn, de puntpaprika in blokjes en meng erdoor. Boen de citroen goed schoon en rasp ongeveer de helft van de schil over de couscous. Rooster de pijnboompitjes in een droge pan tot ze enigszins gekleurd zijn en gooi door de salade.

Hak de koriander, peterselie en munt fijn en meng erdoor. De feta in blokjes door de salade, de Ras-al-Hanout, een flinke slok olijfolie en een klein scheutje gembersiroop over het geheel en wat citroensap naar smaak. Maak af met de rucola en peper en zout om op smaak te brengen. Het is een heel gedoe maar echt de moeite waard; het is heerlijk. Shahiya taiba..!

dinsdag 17 mei 2011

Het witte goud - is alchemie dan toch echt?


Ooit had ik een gesprek met mijn moeder over groot worden en een verschil maken. Ik was achttien en leefde nog volop in de veronderstelling dat ik een succesvol zakenvrouw zou worden. Mijn moeder probeerde mijn enthousiasme te temperen en zei me dat het helemaal niet zo makkelijk is om een verschil te maken. Het verschil: iets wat je achterlaat, iets dat de tijd maar moeizaam of niet kan uitwissen. Mijn moeder keek bedenkelijk; ik zei haar dat zij het verschil had gemaakt met ons. En ik wilde een verschil maken door mijn stempel te drukken. Little did I know...

Maria van Alexandrië was een bijzondere vrouw. Zij heeft een verschil gemaakt. Een verschil waar ik haar sinds het begin van mijn kookloopbaan dankbaar voor ben. Maria van Alexandrië, Maria de Profetesse, Maria de Jodin leefde ergens in de eerste 3 eeuwen van onze jaartelling en was alchemiste. Alchemie was toen nog een populair beroep, een vaak met aanzien. Tegenwoordig ben je dan onderzoeker naar een AIDS-vaccin, straaljagerpiloot of je bouwt ruimtevaartuigen; dat level van coolheid had alchemie destijds. Maar tegelijkertijd was het ook een beetje een speciaal slag volk: ze omgaven hun werkzaamheden met mysterie en vertaalden hun geschriften in geheime tekens waardoor er een link werd gelegd met het occulte. Het was wel slim om het zo aan te pakken, want geheimzinnigheid is nou eenmaal interessanter dan: "ik probeer als drie jaar lang deze klont ijzer in goud te veranderen en moet concluderen dat dat niet kan". Ik denk dat ieder die bekentenis op een opvolger afwentelde.

Maar Maria van Alexandrië is de uitvinder van de methode die we nu au bain marie noemen: haar experimenten vereisten een geleidelijke opwarming en na wat 5-en en 6-en kwam ze ertoe om via het gebruik van stoom een geleidelijke smelting te bereiken. Maria is dus ongeveer even belangrijk als de uitvinder van de paperclip, lucifer en telefoon. Dank Maria, laten we dan nu gaan demonstreren hoe we met behulp van de techniek au bain marie, tóch goud kunnen maken!  

Zonder al te veel omhaal, voor twee personen:
- 750 gram witte asperges, geschild en kontje eraf
- 1 citroen
- 3 eidooiers
- 150 gram Coburger ham, flinterdun gesneden
- handje peterselie, fijngehakt

Bereid de asperges in een aspergepan met een bodempje water en een klein schijfje citroen. Stoom de makkers in 15 minuten gaar.
Voor het overige zet u klaar: een kom (metaal) die zich leent voor au bain marie-bereidingen en een pan met daarin een bodem water; het is belangrijk dat de kom niet in het water hangt maar op de pan "past". Zet de pan op het vuur en warm het op.

Rasp de schil van de citroen en voeg daarbij het sap van een halve citroen en zet apart. Scheid vervolgens de dooiers van de witten en klop deze met een elektrische handmixer in een minuut of vijf tot licht en luchtig in de kom die je bovenop de pan met water hebt gezet. Voeg dan in een straaltje het sap met de zest toe en mix nog 2 minuten. Als het goed is, is de sabayon in volume verdrievoudigd en doet lekker fluffy aan. Breng hem op smaak met zwarte peper en zout.
Het (verwarmde!) bord maak ik op met stuk of 7 asperges en smeer ze liefdevol in met een klein schijfje harde roomboter. Daaromheen drapeer ik de Coburgerham in gezellige ruches en lepel de sabayon er naar smaak overheen. Ik draai er wat peper over en sprinkel wat gehakte peterselie over het geheel. Kijk aan, wit goud! Een glas met iets uit de Deutsche Alsace erin drinken we erbij, we toasten op Maria!

maandag 16 mei 2011

Hoofdvakantie en the next best thing

Op zo'n regenachtige dag droom ik een beetje weg achter mijn computer; ik ga het liefste even met vakantie. Meestal is het een vakantie uit het archief; dat zijn de beste want je weet er dan goed de weg.

Frankrijk is en zal altijd mijn favoriete vakantie-oord blijven. Vakanties met de familie in Ste. Maxime, waar je het leven ervaart alsof er geen donkere kleuren bestaan. Alles is er licht, warm, luchtig, zacht, behaaglijk in ieder opzicht, alsof de kleuren daar geklopt zijn als eiwitten. Ik loop door de straten, ga een hoekje om wandel langs mijn favoriete marktje. Bij de patissier moet je de frambozentaartjes nemen, met van die dikke slagroom. Café Noisette met een krantje bij het Café de France, met uitzicht over de baai met aan de overkant St. Tropez.

De tinteling van de zon op je huid, de koelte van de eerste stap in een zwembad, de geur van zand en zonnebrandcrème, het eerste teugje van een glas koude sauvignon blanc, het uitzicht over zee als nog niemand wakker is en je de eerste persoon op aarde lijkt die het aanziet; alles is verworden tot geliefde herinneringen in mijn mentale fotoboek.

Om dus even op vakantie te gaan heb je niet zoveel nodig, want ook de beste uitvinding van de Fransen is gewoon binnen handbereik. Men neme:

- 300 gram kogel-/ haasbiefstuk: tip! laat dit hakken door je slager (ik krijg er een lamme arm van :)
- Twee kakelverse eidooiers
- Eetlepel cornichons
- Halve eetlepel kappertjes
- Volle theelepel Dijon mosterd
- Een sjalotje
- Volle theelepel ketchup
- Worcestersaus, theelepel
- Tabasco, theelepel
- Platte peterselie
- Scheutje cognac
- Mooie olijfolie
- Bieslook
- Ansjovis
- Scheutje cognac
- Peper en zout

Wat je je goed moet realiseren is dat er in dit recept eigenlijk geen echte regels zijn: je mag alles naar je eigen smaak doen. Het vlees is de hoofdrolspeler en moet wel een echte ster zijn; goede kwaliteit is dus een vereiste. Je wilt echt de Brad Pitt onder de biefstukken.

Hak de sjalot, kruiden, cornichons, ansjovis en kappertjes allemaal ragfijn. Voeg vervolgens Mosterd & De Vloeibare Vrienden toe. Roer de tartaar erdoorheen en laat de smaken even intrekken. Serveer het niet te koud; laat het geheel lekker op temperatuur komen om alle smaken tot hun recht te laten komen.

Eet het met franse frites en/of toast (hangt ervan af of je lijnt, zoals bepaalde mensen..) en serveer met frisée sla met een lichte vinaigrette. Ik schenk een glas witte wijn in en eet de steak tartare dan op het balkon van een groot vakantiehuis. Okee, dat laatste denk ik erbij!

Crunchie Love


Zo nu en dan word ik overvallen door een vlaag van nostalgie, van heimee naar vroeger. Ik was zestien jaar en nog gelukkig in onwetendheid over wat me te wachten stond in de grote boze mensen wereld. In de schemer van mijn tienertijd, giechelend in de gangen van de school met vriendinnen, op de brommer naar school, flirten in het café waar ik mijn tussenuren doorbracht maar ook bij mamma op de bank met kopjes thee.

Het leven was echt -de cliché doet zijn werk- ongecompliceerd. Hoewel .. er was vaak en veel liefdesverdriet, en ook een zwaar geval van onbeantwoorde liefde. Deze onbeantwoorde liefde was eigenlijk een geval van verlegenheid aan beide kanten en dus probeerden we wel zoveel mogelijk in elkaars buurt te zijn. Samen er tussen knijpen tijdens lesvrije uren bracht ons dan vaak naar de Amersfoortse binnenstad, naar een aantal vaste adressen: onder meer naar De Karsseboom voor chocolademelk, naar La Place voor een broodje kruidenkaas en naar De Tuinen voor de onnavolgbare Crunchie van Cadbury. 

De Crunchie was een geval apart: het smaakte als een wetenschappelijk experiment. De 'warme', knapperige binnenkant met bubbels die in het hart van de reep groter  waren, smakend als toffee-honing en dan daaromheen Cadbury's melkchocolade met een romige gecondenseerde-melk-smaak.. We aten dit dan met een kopje thee. Ik nam kleine muizenhapjes om er extra lang mee te doen en liet dan de kleine, magische bubbels smelten op mijn tong, terwijl we op onze buik lagen met ons tekstboek Duits voor onze neuzen.

Zo smaakte tienerliefde. Maar ik kon deze liefde al geruime tijd niet meer vinden bij De Tuinen. Dus ik heb lang gezocht naar het recept en met succes: 

- 4 eetlepels Golden Syrup (te verkrijgen bij de toko)
- 100 gram witte basterdsuiker
- 1,5 theelepel dubbelkoolzure soda (Natriumbicarbonaat of gewoon zuiveringszout in de volksmond, ook bij de toko)

Daarbij zet je klaar: een steelpannetje, een pollepel en een bakplaat met een stuk bakpapier erop (30 cm x 30 cm). In het pannetje roer je de suiker door de Golden Syrup (stevig goedje, dus schep dit uit de pot met een onder de kraan verwarmde lepel) en laat dit dan rustig op het vuur staan tot alles lekker bubbelt en een mooie karamelkleur heeft gekregen. Beslist niet meer roeren als het aan het smelten is, je roert enkel om de suiker door de syrup te verspreiden. Haal de kolkende karamelkleurige massa nu van het vuur en voeg de dubbelkoolzure soda toe. Lekker roeren nu met je pollelepel en kijk naar je eigen wetenschappelijke experiment!! Het bubbelt en bruist dat het een lieve lust is. Na 20 seconden stevig roeren giet je de massa op de bakplaat.

Laat deze plak de hele dag uitharden en hak dan -als het helemaal gehard is- in brokken. Je eet deze brokken zo, op een bol vanilleijs maar van dippen in melkchocolade zal het ook beslist niet onsmakelijk worden. Veel plezier met je wandeling langs mijn memory lane...  

woensdag 11 mei 2011

Pappadums met tonijntartaar

O verschrikking.. ik ben aan de lijn. Aan de lijn betekent in de praktijk dat ik ter stond alles wat eetbaar is in mijn mond wil stoppen, ik wilde fantasieën heb over bitterballen en dat ik sta te schuimbekken bij de aanblik van de tosti's van mijn collega's.

Aan de lijn, dat is het enige wat ik gemeen heb met de tonijn. En ik ben eigenlijk ook heel dolfijnvriendelijk als ik er zo over nadenk. Gisteren had ik dus mijn eerste lijndag en ter optimalisering van de aftrap viel de keuze op pappadum tonijntartaar, omdat dat zo lekker krokant is en toch maar pak-'m-beet 251 kcal per stuk.

Op de boodschappenlijst, voor twee personen:
- Mootje tonijn
- Lenteui
- Japanse (lichte) sojasaus
- Citroen of limoen
- 2 pappadums
- Halve avocado
- Sesamzaad
- Bosje koriander
- Wasabi
- Crème fraîche, light!
- Ingelegde gember
- peper, zout, olie (sesam als je hebt)

Rock & roll, we gaan: snijd de tonijn in kleine blokjes, echt klein, en doe in een kom. Voeg daarbij de avocado, in blokjes, of geprakt in het geval je ongeduldig bent. Dan: lenteui in fijne ringetjes, koriander fijngesneden, een eetlepel sojasaus, een theelepel sesamolie, eventueel een beetje (neutrale) olijfolie, een kneep citroen- of limoensap, peper en zout, voorzichtig het geheel door de tonijn mengen en proeven of het op smaak is.

In een kommetje: meng een lepel crème fraîche met een dotje wasabi en roer goed door.

Voor de krokante magie van de pappadum: pappadums worden over het algemeen gefrituurd maar dat is voor mijn tengere taille (...) geen bon plan. Dus, bij wijze van alternatief: men neme twee pappadums, twee vellen keukenrol en een neutrale, plantaardige olie. Maak van één van de vellen keukenrol een propje en giet hier wat olie op. Wrijf hiermee vervolgens voorzichtig over de pappadums tot alles een beetje geolied is: het is niet echt zichtbaar want het trekt snel in. Leg deze rakkers met geoliede zijde naar boven op het andere keukenrolvelletje en in de magnetron, 1000W voor 40 seconden. Tadaa! Pappadums Light 2.0!

Op het bord: de pappadum, daarop de helft van de tartaar, garneer met streepje wasabicrème en wat ingelegde gember en een blaadje koriander. Laat zich slecht combineren met mes & vork maar desalniettemin ..soms is diëten geen straf!


dinsdag 10 mei 2011

Een affaire met citroenen


Na weer een overvolle tas groente, vruchten en kruiden bij de groentenman te hebben weggesleept, vroeg ik me thuisgekomen toch af: wat doet een mens met 12 citroenen? Kijk, het waren er dus 4 voor een euro, dus was ik een dief van mijn eigen portemonnee als ik er maar drie nam. Hoe ik dan met 12 stuks eindig..
De dag ervoor had ik ook een ogenschijnlijk nutteloze aankoop gedaan, namelijk een rol Beurre d'Isigny: de heerlijkste boter die ik ooit heb geproefd en sindsdien moet ik  -wanneer ik in de gelegenheid ben- een rol kopen. De boter zelf is niet nutteloos maar omdat het de hinderlijke neiging heeft zich op te stapelen op mijn dijen, onderzijde bovenarmen en buik, kan ik maar beter een ander gangpad kiezen in de supermarkt...

Allez, hier de uitgelezen kans om er iets heerlijks van te maken: Lemon Curd.
Men neme:
- 3 citroenen, goed geboend onder de kraan
- 100 gram roomboter
- 125 gram basterdsuiker
- 5 eidooiers

Prep: Zet een pannetje water op het vuur: we gaan de lemon curd au bain marie garen, dus zet ook alvast een passend schaaltje/ kommetje klaar. Het water kan toe met een hele mellow bubbel, dus als het kookt mag het vuur zacht gezet. Daarnaast hebben we nodig: twee kleine, gesteriliseerde jampotjes die ready to rumble zijn.

Met je ballongarde in de aanslag.. daar gaan we!

Scheid de eidooiers van de witten (één op de drie hè, tis toch veel :)) en doe de dooiers apart in een kommetje. De witten kun je bewaren om schuimpjes van te maken, maar ik stuurde ze naar zee.

Rasp de schil van de citroenen maar wees voorzichtig: lemon curd met stukjes vingerkootje is niet waar we op uit zijn. Pers vervolgens de citroenen uit. Snijdt de boter in stukjes en doe dit in de schaal of kom. Voeg de rasp, de suiker en het sape toe en verwarm dit mengsel al klutsend totdat alle boter gesmolten is.

Haal de kom even van het hete water af en voeg de dooiers toe en kluts lekker door elkaar allemaal. Zet het geheel al roerende op de pan met zacht borrelend water en roer nog ongeveer een minuut of 4. In ieder geval totdat de gele massa blijft kleven aan de randen van de kom. Als dat stadium bereikt is kan de curd in de potjes worden geschonken. Zet ze koud en wacht totdat de massa afgekoeld is en lekker lobbig...

Je gebruikt het om op warme toast met roomboter te smeren, op geroosterd krentenbrood, cupcakes mee te versieren, op scones met clotted cream maar echt, je vingers smaken ook heel goed met de Lemon Curd.
Wat boter, citroen en suiker al niet kunnen worden!!!!

Kip Adje van de BBQ!


Ik ging op zoek naar de ideale barbecue-disch voor een groep mannen. Een hele kip op de 'cue leek me in eerste instantie wat ambitieus maar toen ik op zoek ging, kwam ik hét perfecte recept tegen: Kip Met Bier. Kip met Bier, oftewel Beer Can Chicken, is een fenomeen. Dit. Is. Mannenvoedsel. Serieus.
Stroop je mouwen op en ga aan de slag, want het resultaat is magnifiek!!!

In de keukenmachine:
- 2 eetlepels zwarte peperkorrels
- 2 eetlepels zeezout
- 1 eetlepel mosterzaad
- 1 theelepel paprikapoeder
...- 1 theelepel komijnzaad
- 1 theelepel korianderzaad
- 2 volle eetlepels bruine suiker
- 1 volle theelepel kerriepoeder
- Oregano & heel veel thijm
- Twee tenen knoflook
- Twee blikjes Palm of iets anders lekkers
- Twee kippen

Laat alle kruiden, suiker, knoflook en specerijen draaien totdat alles helemaal fijn is. De kip wrijf je ondertussen in met een flinke scheut olijfolie. Smeer de kipjes daarna helemaal in met het kruidenmengsel, lekker veel, ook onder zijn velletje en aan de binnenkant. Neem het blikje bier en zorg dat deze voor de helft leeg is (ik geef geen hints) en prik er nog wat gaten in aan de zijkant boven zodat de stoom aan alle kanten in het kipje kan rondwaren.


Zet Kipmans over het blikje heen zodat het lijkt of hij lekker zit. Duw een kwart citroen in zijn nek en zet hem op een hete BBQ (grijze, smeulende kolen is het goede stadium) op een stuk folie neer, deksel erop en zo 75 minuten laten grillen. De twee kipjes kunnen tegenover elkaar staan alsof ze een goed gesprek aan het voeren zijn. 'Tis so very tasty!