Zoeken in deze blog

zondag 18 december 2011

Kersteieren


Kerst is -het zal jullie niet verrassen- één van mijn favoriete seizoenen. Ik zou het liefst in september al aan een infuus van Skyradio Christmas gaan, met tulband in mijn lunchtrommel en een kopje glühwein om de dag mee te beginnen. Dat levert natuurlijk een direct conflict op met de Goedheiligman, die ik ook erg hoog heb zitten. Maar zodra de stoomboot de trossen los heeft, zet ik de kerstboom binnen en versier ik het huis met rode strikken en een ruim assortiment aan kerstgarnituur. 

Wat er ook goed bij past is een bezoek aan een Duitse kerstmarkt: fantastisch! Dus vorig weekeinde naar Aachen, waar het kerstbal was! De hele stad is verkleed als kerststal en het wemelt er van de worstverkopers en de glühweinstalletjes. Verderop koop je peperkoeken harten (dat was voor mij zo'n abstract begrip uit de sprookjes van vroeger) en zelfgefröbelde kerstboomhangers. Bij de glühweinstalletjes koop je niet alleen glühwein, maar ook Jägerthee en een fantastisch, ultra-Kerstig drankje: Eierpunsch. 

En hier is hoe je het maakt! 

Voor een kerstfeestje:
- 1l volle melk
- 200 ml slagroom
- 400 ml bruine rum
- Een flinke snuf nootmuskaat, kaneel en gemalen kruidnagel
- 10 eidooiers (bewaar het wit, voor bijvoorbeeld  een pavlova of schuimpjes)
- 100 gram suiker
- 1tl vanille-essence

In een pan doe je melk, de slagroom, de specerijen en de rum. breng het geheel langzaam aan de kook. Kluts ondertussen de eieren met de suiker totdat de suiker opgenomen is. Als het melkmengsel (dat nu al echt heel erg kerstachtig ruikt) kookt, haal je deze van het vuur. Met een soeplepel voeg je steeds een lepel warme melk toe aan de eiermassa en klutst dit met een garde goed door. Als je de helft van de melk hebt toegevoegd en goed hebt geklutst kun je het eier-/melkmengsel in de pan gieten en meng het geheel met de garde goed door.

Schenk voor iedereen een goeie mok vol (een dot slagroom erop en een beetje extra nootmuskaat draagt significant bij aan de feestvreugde, dus doe het vooral) en nestel je met elkaar op de bank, met Mariah, Nat King Cole of Bing Crosby op de achtgrond. Steek de haard aan als dat één van de huisopties is. Veel kerstplezier!   

zondag 6 november 2011

Bij(ge)zondere frietjes!


Soms is fast food gewoon nodig. Soms is er niets zo lekker als een maaltijd bij de Gouden Bogen. Maar zelfs soms is dat al niet al te best. Alle mooie beweringen ten spijt ("100% rundvlees", "biologische aardappels"), het zit natuurlijk allemaal boordevol kunstmatige kleur-, geur- en smaakstoffen, maar ook allerlei toevoegingen ervoor zorgen dat alles even zacht en sponzig aanvoelt. Maar toch, na een lange avond kan het het enige zijn die het vooruitzicht naar de ochtend kan veraangenamen en het katterige gevoel kan vervangen met een warm gevoel van voldaanheid. Die prachtige dunne frietjes helemaal; die maken het af. Ik houd van Franse frietjes. Maar die goudgele vrienden zijn zo ongeveer het ergst van allemaal! Wat te doen??

Omdat ik thuis ook wel eens behoefte heb aan frietjes en ik niet altijd zin heb om dan aardappels te bakken en eindeloos in de oven te garen, de volgende truc spéciale

Men neme voor twee personen:
- 5 wortelen
- 1 flinke zoete aardappel (bataat)
- Olijfolie
- Zout
- Gerookt paprikapoeder
- Maïzena
- (Light) Mayonaise
- Dragon, peterselie, dille en bieslook (naar smaak)
- Citroensap
- 1 tl mosterd

Verwarm de oven voor op 200 graden C. Schrap de worteltjes (niet supergrondig, met een schuurspons komen we ook een heel eind!), kop & kont ze en snijd ze door de helft, in lengte en breedte. Schil de zoete aardappel en snijd ze in friet-vorm.

Doe zowel de wortel als de aardappel in een kom en schenk er een beetje olijfolie over en vervolgens voeg je toe: een theelepeltje paprikapoeder, een goeie eetlepel maïzena en wat zout. Met je handen hussel je alles door elkaar. Maak een bakplaat klaar met daarop wat bakpapier. Schik de frietjes erop en zorg dat ze gelijkmatig kunnen bruinen. Zet ze een kwartier in de oven en roer om, vervolgens nog een kwartier (of tot dat ze lekker goudbruin en knapperig zijn).

Ondertussen maak je de dip: hak de kruiden lekker fijn en meng door de mayonaise met een beetje mosterd. Een kneepje citroen om het af te maken, eventueel wat suiker als het je al te bont wordt. 

Het zoete van de worteltjes en de aardappels zijn geweldig met het lichtzure van de kruidendip. Kijk, zo kan fast food dus ook zijn; gewoon hartstikke gezond!

woensdag 26 oktober 2011

Paddenstoelentijd

Dit is mijn favoriete seizoen, met stip. De luchten zijn blauw, de zonnestralen van goud en de bladeren zijn rood-oranje-groen-geel. Alles ruikt op zo'n dag naar bosgrond, zelfs als ik in de Grote Boze Stad 's ochtends mijn ramen opendoe. En dan verderop, in het bos, zijn paddenstoelen: talloze soorten. Alleen de naam al; ik zie het al voor me, een dikke, bruine pad met een brilletje op zijn neus en zijn paddenbeentjes nonchalant over elkaar geslagen, terwijl hij lekker Het Amfibisch Dagblad doorbladert.

Sinds vorig jaar heeft zich een latente obsessie genesteld in mijn brein. Ik las over de Reuzenbovist. Zo wit als sneeuw en zo groot als een voetbal, schijnt deze enorme champignon zich zelfs in Amsterdamse stadsparken thuis te voelen. Maar het is me niet gelukt er eentje te vinden. Maar dit jaar was het raak; weliswaar niet in Amsterdam maar in de Ardennen, net buiten het lieflijke plaatsje Dinant. Terwijl we in de invallende avondschemer aan het touren waren, van de lokale frituur naar de B&B waar we overnachtten, werd mijn geduld dan eindelijk beloond; in een weiland in het glooiende landschap lagen er wel vijf! Als verse volleyballen! Ik kon mijn geluk niet op en als een indiaantje galoppeerde ik om de reuzenpaddenstoelen heen; mijn vriendje was uiteraard wat verbaasd. Tot mijn spijt konden we de gevonden schatten niet meenemen, maar alleen al weten dat ze echt bestaan maakte mijn dag. En wat moet je immers in Parijs met een paar van die paddebollen?

Wat vriendlief toen niet begreep is nu -krap een maand later- ook bij hem in volle hevigheid bij ontwaakt; paddenstoelenmanie. We hebben gidsen en een uitrusting en zo hebben we afgelopen zondag in de zon paddo's gezocht. En maak je geen zorgen, want met Het Paddenstoelenboek (€ 17,50) van Edwin Florès, you can't go wrong! Wij maakten van onze vangst een héérlijk Frans voorgerecht: Paddenstoelen met toast, zoals we ook in Parijs aten, in een allerliefst bistrootje om de hoek. (Voor verblijf in Parijs adviseren we u overigens van harte: het Pink Hotel in het 12de arrondissement: een billijk geprijsd hotelletje met een ondergrondse parkeerplaats, kraakheldere kamers en dito beddengoed; alle zaken vrij uitzonderlijk voor Paris la Belle!).

Okee, genoeg gepraat:
- Boule Beurre van Monsieur Albèrt Heijn
- Gemengde paddenstoelen: champignons, oesterzwammen, cantherellen, eekhoorntjesbrood, alles wat je te pakken kan krijgen
- Teentje knoflook
- Slagroom
- Peper & Zout
- Platte peterselie
- Roomboter & olijfolie, extra vergine

Maak alle paddenstoeltjes schoon. Pas op met water, deze knakkertjes hebben de neiging zich een beeetje vol te zuigen. Borstel ze liever af. Rooster dan de plakken brood in een gloeiend hete grillpan totdat er van die prachtige streepjes op staan.

In een koekenpan verhitten we een beetje roomboter. Pers de knoflook uit en fruit deze even in de boter. Voeg de stevigste paddenstoelensoorten als eerste toe en gaandeweg de overige. Als ze allemaal een goede kleur hebben gekregen schenken we er een klein beetje slagroom bij en kruiden met peper en zout; een klein beetje om de boel te dresseren en bak nog een minuutje. Schik het geheel op een bordje, toast, paddenstoelen en garneer met lekker wat fijngehakte platte peterselie en wat druppels olijfolie. Bon appetit, dat zeiden ze erbij in Parijs!

maandag 26 september 2011

De ballen van de kapitein

Zondagmiddag, de zon scheen en wij waren op weg naar de polder. Het was echt een schitterende nazomerdag, zo eentje waar ik al heel erg lang op hoopte. We waren uiteraard niet de enigen die afreisden naar de dijk; veel fietsers, hardlopers en andere recreanten hadden dezelfde ingeving gehad.

Zo reden we ook langs een tandem. Een tandem vind ik nomaal zo'n ding dat je voor de lol huurt om een -lekker melig- door de stad te toeren. Maar deze tandem was bijzonder serieus. Voorop zat een forse dame met grijze krullen en een zonneklep, die als een kapitein op een schip haar fietsstuur vasthield, wind in de haren en haar blik strak op de horizon gericht. Achterop zat Kokki de lichtmatroos. Zijn trappers volgden weliswaar de hare, maar hij fietse met losse handen en zijn blik was overal op gericht, behalve op de Kapitein voor hem. Het was een grappig gezicht; ik kon me ineens voorstellen dat dit wel eens zeer tekenend kon zijn voor hun hele relatie! Zo zie je maar, achter iedere sterke man staat een sterke vrouw en sterke vrouwen, die doen er verstandig aan een tandem aan te schaffen.

Dit verhaal houdt geen enkel verband met het recept, anders dan dat dit recept zonnig, zondig lekker en luchtig is als de afgelopen zondag en dat het bedacht zal zijn door een ongetwijfeld zeer karaktervolle Antilliaanse Mama. Het recept is die van Antilliaanse kaasballetjes, die we ontdekten op het Westergasterrein bij een leuk restaurantje. Toen deze van de kaart werden gehaald en we onszelf maar karig getroost voelden door de muffe casavestengels, heb ik het recept opgezocht en uitgeprobeerd: ze werden geweldig!! Dus pak ook die pollepel en ga aan de slag!

Kaasballetjes (voor ongeveer 30 stuks):
500 gram geraspte oude kaas
2 eieren
1 bord Panko (Japans paneermeel, gewone kan ook)
1 kopje bloem
Snufje witte peper
1 theelepel zout
1 theelepel suiker
1 zakje bakpoeder
750 l zonnebloemolie

Kluts de eitjes goed door elkaar en roer dan de oude kaas erdoorheen. Voeg de bloem toe, de peper, zout en de suiker en tot slot het bakpoeder. Roer het geheel minstens tien minuten door zodat het bakpoeder lekker zijn ding kan gaan zitten doen. Zet even weg met een theedoek erover. Wacht een half uurtje en rol dan balletjes ter grote van een bonk (zo'n grote knikker, je weet wel, die was honderd waard). 3/4 bitterbal dus. Rol ze door de Panko en leg ze op een bordje, in afwachting van hun vette badsessie.

Nu kun je de frituur aanzwengelen (180 graden) of -als je die net als ik niet hebt- een pan met zonnebloemolie op het vuur zetten. Vroeger, toen de Brabantse padvinders nog geen frituurpan hadden, pasten ze deze slinkse truc toe: pak een stukje brood en gooi deze in de pan als de olie zo heet is dat er een waasje overheen komt. Als dit bruin wordt, is de olie op temperatuur en dan is het moment daar om je kaasballen te water te laten. In twee minuten zijn ze goudkleurig en opgezwollen van trots.

Eet ze met chilisaus of mosterd met fijngehakte koriander en drink er een biertje bij. Fijne zondagmiddagen nog!

woensdag 14 september 2011

Boter voor de ziel


Het schilderachtige dorpje Laren oefent altijd een onweerstaanbare aantrekkingskracht op me uit. Ik heb er jaren in een winkel gewerkt en dus alle seizoenen langs zien komen, zoals ik ook alle inwoners zag langskomen. Laren. Nergens zie je zoveel sportwagens voor een Albert Heijn staan of dames rondlopen in kledingcombinaties voor wier economische waarde ik twee weken vakantie kan boeken. (De laatste tijd is dit overigens de ik-ben-mijn-paard-kwijt-look; laarzen, broek, jasje, handschoenen, alles is compleet, alleen er is geen velden of wegen een paard te bekennen.)

Laren vind ik niet alleen prachtig mooi vanwege haar inwoners, winkels, schitterende huizen en hoeveelheid sportwagens en SUV's, nee, er is iets anders waar ik uren naar kan kijken. Op de feeërieke Brink staat vanaf het voorjaar tot het begin van de herfst De Poffertjeskraam. Deze kraam neemt je mee naar de tijd dat dames hun paarden nog wél in de buurt hadden -namelijk voor hun koets- en mannen gekrulde snorren hadden en monocles droegen terwijl ze een glaasje prik dronken en poffertjes aten. Vandaag de dag doe ik mijn kleine neefjes een ongeëvenaard plezier door poffertjes met ze te gaan eten. Deze gaan dan overigens onder de naam Koffers. Maar ik zal ter zake komen; bij de Poffertjeskraam staat altijd een massief blok boter. Met een sterretjesmotief erin gedrukt. De Poffertjesbakkers schrapen geroutineerd krullen van dit blok. Boter is één van mijn lievelingsingrediënten en dit machtige blok bij de Poffertjeskraam is dan ook een halve kubieke meter puur vermaak voor me.

Mijn fascinatie heeft me vanmorgen een stapje verder genomen. met mijn nieuwe keukenmachine klopte ik 500 ml slagroom met een  snuf zeezout totdat het wonder gebeurde; de vetbestanddelen scheidden zich van de melk (het was karnemelk, de heerlijkste die je je maar kan voorstellen). Ik pakte een zeef met daarin een stuk kaasdoek en kneep de boter voorzichtig uit. Vervolgens hield ik de boter onder de koude kraan en spoelde de boter af, terwijl ik deze doorkneedde. Toen het spoelwater schoon was, kneep ik de boter droog in de kaasdoek en deed het in een gesteriliseerde jampot. Vanavond zullen er Koffers vol boter en suiker op tafel staan. Nu nog de SUV. Of een paard?

donderdag 8 september 2011

Sugar 'n Spice & all things nice


Mijn grote liefde en ik wonen in een allerliefst klein huisje. Geen huisje dat zich goed leent voor het houden van huisdieren helaas. Dus wordt dat gemis op allerlei manieren gecompenseerd. Zo bracht mijn vriendje van de zomer een klein kasje mee van zijn boodschappen-rooftocht. Stralend vertelde hij mij dat het pompoenen waren! Moeilijk te geloven als je naar het plastic bakje in zijn hand keek, maar vooruit met de geit. Ik naar de Hema voor twee grote bloempotten, terwijl vriendlief de potaarde verzorgde. Iedere dag werden de potten aarde en de daarin verborgen pompoenzaadjes vermanend toegesproken, of ze nou wel eens een beetje konden opschieten met groeien. Nou, dat lieten ze zich geen twee keer zeggen..! Binnen de kortste keren was ons mini-balkonnetje het domein van losgeslagen pompoengewoeker.

Als goede ouders hebben wij toen besloten het enige juiste te doen dat je op zo'n moment kunt doen: ik baande mij een weg door de Pumpkin Jungle en splitse de potten op geraffineerde wijze bij mijn ouders in de maag. Ik heb ze daar in de tuin gezet en de pleegpompoenen hebben een beetje moeten wennen aan de omgeving, maar ik geloof dat het goed gaat komen!  

Met deze Herfstige omstandigheden is er maar één goede beslissing om te nemen als het op pompoenen aankomt; pompoentaart bakken. Omdat het al ongeveer drie maanden herfst is durfde ik het aan om het nu al te maken, maar indien gewenst kan er ook mee gewacht worden tot Halloween.

Men neme:

- 500 gram pompoen (eventueel geschild en in ieder geval ontpit)
- 5 eieren (2 heel, 3 dooiers)
- Een eetlepel suiker
- 200 ml slagroom
- Theelepel piment
- Theelepel kaneel
- Theelepel gemberpoeder
- Halve theelepel kardemom
- 1 vanillestokje, merg uitgeschraapt en stokje
- 300 ml sinaasappelsap
- Beetje zout

Deeg:
- 200 gram bloem
- 100 gram boter, koud en in blokjes
- 100 gram suiker
- Paar druppels vanille-essence
- 3 eidooiers
- Snufje zout
- Ijskoud water

Verwarm de oven voor op 250 graden. Begin met het deeg; doe alle ingrediënten -behalve het water- in de keukenmachine tot het een kruimelig geheel wordt. Soms is de vanille-essence voldoende om het tot een bal te laten worden maar anders een theelepel koud water en draaien, totdat het deeg tot een bal draait. Kneed deze nog even vlug door met de hand en leg dan weg in een folietje in de koelkast. 

Dan! De Vulling. Snijd de pompoen in stukken (niet te groot) en bak deze even aan in een klontje boter. Voeg dan de sinaasappelsap toe, suiker, het vanillestokje en de vanillemerg en laat rustig pruttelen, ongeveer een kwartiertje. Voeg dan de room toe, de specerijen en voel of de pompoen al gaar is. Zo ja? Pak de staafmixer en mix het geheel tot gladde, soepachtige consistentie. Proef even of het geheel op smaak is; dit is het moment waarop je creatief kan zijn met het toevoegen van meer suiker en specerijen. Laat de pan een beetje afkoelen. Als het geheel niet meer gloeiend heet is, roer dan met een garde de eieren en de dooiers door het mengsel.

Beboter en bebloem een taartvorm (32 cm) en rol het deeg dun uit. Doe het deeg in de vorm en giet vervolgens de vulling erin. Ik hou meestal over, dus maak eventueel wat extra deeg voor een taartje voor de buren, zijn die ook weer blij. 

Zet de taart in de oven en zet deze na tien minuten op 160 graden, voor ongeveer 45 minuten. Of tot het klaar is. Dat is het beste. De taart is klaar als het deeg goudbruin is en je er een satehprikker in kan steken die weer droog uit de taart komt. Je huis ruikt nu heerlijk naar herfst, met een boek in de hoek en een kopje thee. Neem een warme punt van je prachtige taart met wat slagroom, een kopje thee en geniet! 

dinsdag 23 augustus 2011

Netelige kwesties

Regelmatig komt het voor dat ik een poosje lang één bepaald onderwerp razend interessant vind en het me niet meer loslaat totdat ik er wat mee gedaan heb. Het onderwerp dat me de laatste tijd in zijn greep hield waren brandnetels. Eén van mijn vreemdere hobby's is het zoeken (en vinden ) van klavertjes 4. Bij deze vrolijke groene hippies staan ook altijd de wat chagrijnige brandnetels in de buurt. Ze staan op een afstandje te kijken, ogenschijnlijk ongeïnteresseerd om zich heen kijkend, hun netelhandjes in hun netelzakjes, terwijl de klavers klappen in hun blaadjes en uit hun kleine stengeltjes een vrolijke samenzang klinkt over liefde & geluk.

De brandnetel komt over als een wat korzelig type, alsof ze erg prikkelbaar zijn en vaak stekelig reageren. Dit is niet hun bedoeling; ze kunnen zich alleen wat moeilijk uiten, that's all! Brandnetels hebben diverse weldadige eigenschappen; zo zijn ze uitstekend voor de detox van het lichaam, de algehele spijsvertering, krijg je er glanzende manen van en werken ze bacteriedodend. Met die wetenschap in mijn achterzak en een latex handschoen om mijn rechtenhand ben ik lekker aan het plukken geslagen. Plukt u alleen de jonge topjes, dit wijst zich vanzelf. Spoel ze goed af (in een vergiet: ze prikken namelijk nog steeds) en maak er bijvoorbeeld een soepje van! 

- 1 sjalotje
- 1 teentje knoflook
- Halve theelepel komijnzaadjes
- 1 blokje kippenbouillon
- 400 gram brandneteltopjes
- Handje peterselie 
- 750 ml water
- 2 hardgekookte eitjes
- Eetlepel crème fraîche
- Eetlepel Noilly Prat

Fruit de gesnipperde sjalot en knoflook in de pan in een scheutje olijfolie, voeg de komijnzaadjes en de gewassen brandnetels & peterselie toe en laat slinken. Voeg de Noilly Prat toe en roer door. Vervolgens het water en het bouillonblokje (lekker ambachtelijk ;)), breng op smaak met peper en zout en laat het een kwartiertje pruttelen. Laat nu het geheel kennismaken met Mijnheer de Staafmixer en maak af met wat crème fraîche. Proef even wat de status is; soms wil zo'n soepje wat vlak zijn. Een kneepje citroensap kan dan net alle smaken ophalen en tot een geheel maken!

Voor het opdienen wat geprakt ei erover en serveer met een gebakken broodsoldaatje. Bon appétit!  

woensdag 10 augustus 2011

Regionale praatjes


Vaste rituelen, wie heeft ze niet? Iedere morgen ontbijt ik met mijn Grote Lief onder het genot van een kopje koffie en het journaal. Op RTL4. Welke sinds enige tijd wordt opgeluisterd met de nieuwste reclame van een bedrijf waar je sterretjes in je autoruit kan laten repareren. In deze reclame -die in serievorm is opgezet- wordt speciale aandacht besteedt aan de regionale tongval. Zo is er een reclame waarin een echte Hagenees uit de Schilderswijk u vertelt dat u uw sterretje bij hen kan laten verdwaine.
Ook is de zuidelijke, zachte G al langsgeweest en nu is het verhaal die van een stoere jongeman die -domdomdom- de airco vol aanzette op een warme dag, terwijl hij al ruitschade had! U en ik zouden dat niet in ons hoofd halen!
Let op: ruitschade is het woord van 2011, ik weet het zeker. Maar ik weet ook zeker dat er in die reclame een voorzet zit naar een nieuwe serie waarin een blonde dame soort Veluws (?) accent de hoofdrol speelt. Zij rijdt namelijk aan het einde van de reclame de garage binnen met haar bijdrage aan een betere wereld: "Menee', ik heb denk-ik ruitschadô, ken u effe kaike?" waarmee zij natuurlijk die knul met de krak in zijn voorruit in één klap volledig te kakken zet. Ik geniet van haar. Mijn Grote Liefde ook. Met haar schrille gekraai is onze ochtend weer compleet.
Nu zijn de dialecten nou nooit het knapste van een streek, hun gerechten vaak des te meer. In de Provence spreken ze ook een soort Frans waarvan je ook als leek kan horen dat het het Grunnings onder het Frans is, maar desalniettemin in het een fantastisch gebied. Met een fantastische keuken. Iets simpels om mee te nemen op een picknick:

Pissaladière
On prend pour 4 personnes:
Deeg:
- 425 gram bloem
- 15 gram gedroogde gist (twee zakjes)
- 20 gram witte basterdsuiker
- 20 gram zout
- 250 gram lauwwarm water
- 1 eetlpeel olijf olie
Vulling:
-  Roomboter & olijfolie
- 5 grote witte, zoete uien
- 1 blikje ansjovisjes
- Handje verse thijm
- 2 Laurierblaadjes
- Peper & Zout
- 1 eetlepel Bruine suiker
- Eetlepel balsamicoazijn
- Twee eetlepels ontpitte zwarte olijven
- Platte peterselie ter garnering

Verwarm je oven voor op 200 graden. Maak een deeg; roer de gist, olijfolie, suiker en zout door het lauwe water en laat even staan totdat alle ingedriënten lekker kennis hebben gemaakt. Zeef de bloem in een kom en maak in het midden een kuiltje. Giet hier je mengsel in en begin met veel liefde en begrip van binnen naar buiten te werken om alles tot een deeg te laten worden. En geloof me, je denkt dat er niks van gaat komen, maar hou vol; ze wordt prachtig!
Zodra er sprake is van coherentie, gooi de bal op je met bloem bestoven aanrecht en kneed vrolijk door. Je zult merken dat het deeg elastisch en heel zacht wordt. Maak er een bal van, smeer deze in met olijfolie en laat een uurtje rijzen onder een vochtige theedoek.

Maak in deze tijd de vulling: snijd de uien in ringen (0,5 cm dikte, robuuster mag ook). Smoor deze op een matig vuur in een klont roomboter en scheutje olijfolie. Voeg een ansjovisje toe, die moet lekker smelten. De uien moeten zacht worden, we gaan langzaam naar glazig toe. Voeg de laurier toe, de thijm, de peper & zout, roer door. Vervolgens de suiker en roer zachtjes tot deze is opgelost. Voeg dan de balsamico toe; naar smaak! Als het goed is zijn de uien na een half uur gaar, zacht, met de Perfect Tan.

Is er al een uur voorbij? Pak je deeg erbij, trek er een stukje (kwart) van af en kneed deze door. Rol uit zo plat als je kunt, bestuif met wat bloem en smeer royaal wat van de uien op de bodem. Verwijder de laurierblaadjes, die zijn niet lekker om op te kauwen (..Schade & Schande, mijn kennissen, ze komen vaak langs, ik ken ze uit de kroeg.. ). Leg in een ruitjespatroon de ansjovis erop (of niet, als je ze niet blieft) en versier met de olijven.

Stop het geheel in de oven en gaar 45 minuten of tot de bodem goudbruin is. Zowel koud als warm lekker, schenk er zo'n grijsroze rosé bij of hou het zoals ik bij een frisse witte wijn (Verdicchio). Bon appétit!

woensdag 27 juli 2011

Mijn eerste

In de tekstballonnetjes bij het plaatje: "Slecht geregeld hè, dat OV in Nederland!", "Ik ben geloof ik mijn contactlens verloren" en "Hou vinnen bij je, viezerik!"

Haringen zijn heerlijk! Het duurde wel even voordat ik zover was dat ik het echt lekker vond; ik denk dat ik pas rond mijn 16de de specifieke smaak echt ben gaan waarderen. Ach, eerste keren.. Ik weet ook nog heel erg goed dat ik mijn eerste oester at, ook zo'n ervaring die je altijd bijblijft; het was aan de Atlantische kust in Frankrijk. Mijn oom had twee dozijn oesters gehaald Le Paysan de Poisson en was deze likkebaardend aan het openen; dit moest ik proberen, want oesters zijn zo heerlijk.. Mijn eerste oester; een hap waterig, zoutig snot, ik wist niet hoe ik het had! Ik kon me niet voorstellen dat ik dat ooit  met smaak zou oppeuzelen.. Maar ja, is dat niet typisch voor vele eerste keren? Je eerste zoen is meestal ook niet om over naar huis te schrijven, je eerste glas wijn: kom nou, niemand is meteen om.

Maar zo'n eerste haring van het seizoen, zeker dit jaar, is iets onbeschrijfelijk lekkers. Zacht, zilt, zoetig. hartig, de ZEE. Die eerste Hollandse Nieuwe -de Maatjes- mag je eigenlijk alleen maar zo eten, uit de knuist en geen gefrunnik eraan. Overigens is het leuk om te weten dat de term Maatjesharing weer een afgeleide is van Maagden Haring, want deze haringen hadden nog geen hom of kuit gedragen, geschoten of wat het visjargon ook moge zijn. Die oud-Hollandsche verbasteraars maakten er Maatjesharing van, wat ook een  hele gezellige term is uiteraard. Maar als zo'n harinkje dan al een poosje vin aan wal heeft en het niet meer helemaal haringonterend is om er iets mee te ondernemen, suggereer ik graag het volgende:

Haringtartaar. Men neme:
- Twee harinkjes
- Een lenteui
- Dille
- Crème Fraiche
- Een friszure appel: Elstar of Braeburn
- Citroensap

Pak een scherp (!) mes en snijd de haringen met overtuiging in blokjes; niet knuffelen met dat mes dus, daar kan haringvlees niet tegen. Doe in een kom. Snijd vervolgens de lenteui in ragfijne ringetjes en voeg toe aan de haring. Hak de dille superfijn en voeg tevens toe en bind dit alles met wat crème fraiche. Snijd de appel in kleine blokjes (echt klein is het lekkerste) en knijp er wat citroensap overheen zodat ze niet verkleuren.

Meng door de tartaar en maak het af met peper en zout. Serveer met wat roggebrood en laat me weten hoe het was, als dit je eerste keer is geweest ...



Tartelettes met sinaasappel en amadel in chocoladeganache

Ik vind maar weinig dingen zo gezellig als tartelettes. Een eenpersoons taartje: het is één van de aller-Franste dingen die ik kan bedenken! Met citroenvulling, gegeleerde frambozen- of chocolade-truffelvulling, het is zondig en feest tegelijk!

Voor 4 personen heb je dus van die leuke kleine tartelettevormpjes nodig:

Voor een zanddeeg:
- 100 gram boter
- 200 gram bloem
- 60 gram suiker
- halve theelepel zout
- Zakje vanillesuiker

Kneed snel tot een deegbal en laat deze rusten op een koele plaats. Verwarm de oven voor op 180 graden.

Voor de sinaasappel:
- Schil van een halve sinaasappel, met het wit eraan
- Water
- 100 gram suiker

Snijd de schil in reepjes en leg ze in een laagje koud water in een steelpannetje. Breng dit water aan de kook en giet de schilletjes vervolgens af; dit moet je vier keer herhalen, want zo worden ze zacht en gaat de bitterheid ervan af. Vervolgens zet je 200 ml water in het pannetje op met 100 gram suiker. Voeg de schilletjes toe en laat een kwartiertje bubbelen. Vervolgens giet je ze af en laat ze drogen op een stukje keukenpapier.

Voor de amandelpraliné:
- 150 gram suiker
- 50 ml water
- Handje amandelen (al dan niet met velletjes, het moge duidelijk zijn dat ik geen perfectionist ben)
- Maldon salt flakes

In een steelpannetje met dikke bodem roer je de suiker tot deze is opgelost, vervolgens laat je de siroop zachtjes pruttelen. Deze zal gaandeweg dikker worden en zal steeds donkerder kleuren. Blijf erbij want aangebakken caramel is echt supervies! In mijn keukenmachine hakte ik de amandelen in mootjes en als de caramel hazelnootbruin is, roer je de amandelen erdoor. Draai het vuur daarbij uit en voeg een snufje van de zoutvlokjes toe; ik hou ervan als het "aanwezig" dus ik doe lekker wat meer.

Vervolgens spreid je de praliné uit over wat bakpapier en laat het helemaal hard worden.

Pffffffffffffffff!! Zijn we er nou al?? Neen :)! Rol het deeg uit op een meet bloem bestoven ondergrond en vul de tartelettevormpjes. Bak ze blind (of niet) in een kwartier tot goudbruin en gaar. Laat ze afkoelen.

Ganache:
- 200 gram pure chocolade 70% cacaobestanddelen
- 150 ml slagroom

Smelt de chocolade, in de magnetron is dat een fluitje van een cent. Vervolgens spatel je de room erdoor en roert tot het een mooie glanzende massa is geworden. Vergeet niet de spatel in je mond te steken want het smaakt verrukkelijk!!!!

Nu is het moment daar!! Voeg de praliné in brokken en de sinaasappelschilletjes bij elkaar in de keukenmachine en draai tot het kleine stukjes zijn.

Haal de afgekoelde tartelettes uit hun vormpjes en schik ze op een bord/ plaat/ iets dat in je koelkast past. Op ieder tartelette schep je wat sinaasappel-caramelgruis en giet daarover de chocolade ganache tot het taartje bedekt is. Versier met enkele zoutvlokjes op het middelste midden en laat ze opstijven in de koeling.

Plof neer op de bank en wees trots want ze zijn prachtig en verrassend van smaak!!

donderdag 14 juli 2011

Compensatiedrang


Er zijn maar weinig vruchten met zo veel associaties als de vijg. De vijg, die kleine groene vriend, is al van oudsher een beladen typje. Zo was er -naar het schijnt- in de Hof van Eden (tegenwoordig een keten van hotels) helemaal geen appelboom te bekennen, maar een vijgenboom. De vijg was de verboden vrucht in kwestie en toen Adam en Eva de Zonde hadden begaan, verborgen zij hun plots ongemakkelijke naaktheid achter -u raadt het- een vijgenblad.

Romulus en Remus werden onder het gebladerte van een vijgenboom gezoogd door de wolvin die hen redde en zo hielp om Rome tot stand te brengen. Die liederlijke oude Romeinen vergeleken dan weer de vorm van een vijgenblad met die van het vrouwelijk geslacht en Bacchus, die de god was van de wijn en van de losbandigheid die samenhangt met te diep in het glaasje kijken, werd vaak afgebeeld met de vijgenboom als symbool. Daarnaast beschermde de boom Maria en kindeke Jezus toen ze vervolgd werden door de soldaten van Herodes en ook Boeddha heeft een bijzondere relatie met de vijgenboom omdat hij hieronder in zijn verlichte staat raakte. Zo, zijn we meteen bijgepraat!

De vijg is een sensuele vrucht met een warme, zoete smaak die perfect past bij een lome zomeravond. Daarom het volgende gerecht, omdat het weer een druilerige dag lijkt te worden; laten we dit compenseren met wat zonnestralen op je bord. Alweer!

Men neme voor twee personen:
- Jonge bladsla, van de AH is perfect hiervoor 
- 100 gr Serranoham, of als we net salaris hebben gekregen; Iberico ham
- 8 verse rijpe vijgen
- Een handje hazelnoten
- Een puntje (rauwmelkse) blauwschimmelkaas (ik had Bleu des Causses)
- Balsamico-azijn & olie

Rooster in een droge pan de hazelnoten tot ze licht gebruind zijn en heerlijk beginnen te geuren. Leg op bordje (in ieder geval niet in de pan laten, want deze is heet en dan heb je in een mum van tijd zoewarte hazelnoten).

In een kom combineer je drie eetlepels olijfolie met één eetlepel azijn, peper en zout, met een garde klutsen tot het gemengd is. Verkruimel de kaas. Vervolgens de jonge bladsla toevoegen aan de dressing, de kaas erover en dan lekker met twee handen door elkaar husselen tot alle blaadjes glimmen. Leg hiervan op twee bordjes een royale pluk. Scheur de ham in repen en drapeer ze over de salade.

Snijd de topjes van de vijgen en snijd ze (of scheur ze, dat kan ook prima, staat lekker rustiek) in parten en garneer de borden hiermee. Hak de hazelnootjes grof en strooi over de borden. Een slokje olijfolie over en rond de salade en tot slot een draai zwarte peper; lekker met boerenbrood!

Hopelijk verlicht deze vijgensalade ook jullie dag!

vrijdag 1 juli 2011

… En dan verklaar ik u hierbij tot rozijnenbrood en sinaasappel!


Niet zo fijn als een zaterdagochtend waarbij je kunt uitslapen, de zon die schijnt, de ochtend ruikt zoet en zwaar naar bloemen en je zet een kopje koffie. Vandaag geen zorgen, het is een zonnige zaterdag..

Maar soms is geen zonnige zaterdag. Soms is het een miezerige, grijze, ongezellige zondagochtend. De lucht ruikt naar uitlaatgas, op je bureau ligt een belastingaanslag ter waarde van een auto op je te wachten, je hebt net je teen heel hard gestoten, je moet naar de sportschool, je carrière is niet-existent en even lijkt het alsof de wereld zich tegen je keert.

Gelukkig biedt de voorraadkast je soelaas, dus not to worry! Niets is zo troostrijk als een goed ontbijt.
Wentelteefjes.

Ik raap bij elkaar:
-  Twee sneetjes krentenbrood
-  Een sinaasappel
-  Een eitje
-  75 ml melk
-  Een eetlepel poedersuiker
-  Snuf kaneel
-  Sinaasappelmarmelade
-  Goede roomboter

Rasp een kwart van de sinaasappelschil en pers de sinaasappel uit. Klop het ei met de melk, suiker, kaneel en de sinaasappelrasp. Laat de sneetjes brood hierin lekker zompig worden aan beide zijden.
! Fijn
In een koekenpan smelt je de boter en bak de gedrenkte rozijnenboterhammetjes tot ze goudbruin zijn aan beide kanten. In een steelpannetje verwarm je ondertussen het sap met drie eetlepels marmelade tot een homogene siroopachtige massa.

Leg de wentelteefjes op een bordje, laat er een krulletje boter op smelten. Lepel de siroop eromheen en bepoeder tot slot met poedersuiker. Een cappuccino erbij, en hee, de zon is gaan schijnen! Fijn weekend allemaal!

zaterdag 11 juni 2011

P.S. Pompoen


Mijn lievelings kookboek allertijden tot dusver is het boek van Harry Eastwood, Red Velvet and Chocolate Heartache. Dit boek lees ik -als ware het het Heil'ge Schrift- vier avonden per week in bed voor het slapen gaan. Ik lees het keer op keer omdat ik gewoon intens gelukkig wordt van alle heerlijkheden die erin staat, met als nieuwe favoriet: Sinaasappelcupcakes met Sinaasappel Buttercream topping. Ik maakte vorige week nog een hele trommel vol, ik heb er die dag wel 6 opgegeten (vreselijk). Het geheim van Harry Eastwood is dat haar taarten en cakes geen boter bevatten maar in plaats daarvan amadelmeel en groente zoals courgette, zoete aardappel, flespompoen en wat dies meer zij.

Maar wat te doen met de resterende pompoen? Het was zondagavond, en ik had geen zin meer om nog de deur uit te gaan. Dus moest ik boodschappen gaan doen in de kast. De oogst was de halve pompoen, een gemberknolletje,een doos kerstomaatjes (kerst-omaatjes, blijft leuk), twee naanbroden en een pak rode linzen. Pollepel in mijn hand en ik ging aan de slag.

Pompoen-linzencurry!
- Theelepel nigellazaadjes
- Theelepel korianderzaadjes, gekneusd
- Halve theelepel
- Halve theelepel mosterdzaadjes
- Theelepel kurkuma
- Halve theelepel kerriepoeder
- Snufje kaneel
- Een nootje gember
- Eetlepel ciderazijn
- Theelepel harissa
- peper & zout
- Theelepel bruine suiker
- Halve flespompoen
- 100 gram rode linzen
- Tien kerstomaatjes
- 1 sjalot
- 1 teentje knoflook

In een steelpannetje verhit je de nigella, koriander en mosterdzaadjes tot ze beginnen te geuren, doe in een kommetje en zet apart. Stamp ze desgewenst nog even in een vijzel.

Kook de linzen volgens de aanwijzingen op de verpakking.

Neem een grote pan doe er een slok olijfolie in. Fruit hierin de sjalot en de knoflook (geplet en fijngehakt). Voeg de pompoen toe en de kerstomaatjes, gehalveerd. Rasp nu de gember erover. Voeg nu de specerijen, de suiker toe, de harissa en roer door, voeg een theekop heet water toe om te sudderen en de azijn. Dit is naar smaak uiteraard!

Tot slot de gegaarde linzen erbij en laat lekker stoven tot de pompoen gaar is. Dit duurt ongeveer twintig minuten. Roer er nog een klontje roomboter door. Je keuken zal nu ruiken als de kantine in het sprookje van 1001 nachten. Ik at het met warm naanbrood en wat fijngehakte koriander erover. Comfort food!

zaterdag 4 juni 2011

Red de Komkommer!!



Het kan niemand zijn ontgaan dat het op dit moment echt een K-tijd is voor de komkommer. Normaal gesproken is het rond deze tijd komkommertijd. Echter, stormachtige ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat er op onze sympathieke groene vriend sinds kort een taboe rust. De EHEC-bacterie is de aanstichter van deze ellende. Valse komkommerkwekers uit Spanje hebben de beschuldigende vinger gewezen naar de Nederlandse producenten; zij leveren risicomkommers af. Dat is natuurlijk je reinste leugen; onze komkommers zijn fris, eerlijk en puur, smaken heerlijk in een salade of ingelegd met witte wijnazijn, koriander- en mosterdzaadjes en wat dille, of geschild en in blokjes bij de nasi. Op de barricades en red de komkommer!

Kom, als je durft gaan we met onze risicomkommers die Spanjaarden eens een lesje leren, met een frisse gazpacho andaluz, in een handomdraai klaar en supergezond. Living on the edge, maar indien toch griezelig: je hoeft het niet nu te maken natuurlijk.

Men neme (voor 4 personen):

- één levensgevaarlijke risicomkommer
- een ontkorste witte boterham
- een blikje gepelde tomaten
- een handje kerstomaten
- een groene paprika
- een rode of groene peper
- een rode ui
- een teentje knoflook (naar smaak, meer mag ook)
- 100 ml rode wijnazijn
- een flinke slok olijfolie (extra vierge)
- twee eieren
- Serrano ham/ Iberico ham
- peper, zout
- Naar smaak: Peterselie, koriander


Zet een blender, keukenmachine of staafmixer klaar. Schil de langwerpige, groene demoon en snijd in stukken en doe dit vervolgens in de blender. Dit geldt voor alle ingrediënten -behalve de eieren en de ham- , so I will only say zis once! Voeg de overige ingredienten toe en laat draaien tot een homogene massa en proef even of je er nog meer wijnazijn bij wilt. Zet het vervolgens in de koeling tot het helemaal koud is.

Kook de eieren tot ze net hard zijn en snijd deze met een old-fashioned eiersnijder in blokjes. Een leuke tip is om je voor te laten lichten  over het wezen van de eiersnijder is middels Wikipedia's eigen Johan Bos; zoek de eiersnijder op op Wikipedia, klik op de voorleesknop en geniet. Schenk de gazpacho in glazen, verdeel er wat ham over, drizzel nog wat olijfolie erover en schep wat blokjes ei op de gazpacho. Maak af met wat gehakte peterselie en koriander. Caramba!

maandag 30 mei 2011

Colourblocking


Het is zomer in Amsterdam. Ik zit op een terras met een witbiertje in mijn hand te kijken naar de prachtige menigte die aan me voorbij wandelt. Ik heb zojuist een hip shirt gekocht voor teveel geld; zo doe je dat immers in Amsterdam. Het is best lastig om qua hipheid gehandicapt te zijn en dan toch op een zonnige zaterdag de stad in te durven, maar ik heb mijn beste beentje voorgezet en mijn lief is trots op mijn shirt!

Ik neem een slokje en kijk naar de voorbij schuivende mensen; ze zijn mooi en cool en doen allemaal aan colourblocking. De mannen, met hun gecoiffeerde baarden -ongeveer even hulpbehoevend als een pasgeboren cavia- en hun haren door de war, de vrouwen met wijde tops gecounterd door strakke shorts, nietsverhullend, dus alleen voor de happy few. Ze dragen alle kleuren van de regenboog en kijken er heel erg blasé bij, door hun Ray Ban's.

Ik block ook lekker colour, maar dan in de keuken en de basiskleur van vandaag is Groen! Pak je pan en volg mij maar:
- 300 gram gedopte tuinbonen
- vier plakken zuurdesembrood, vingerdik
- groene extra vierge olijfolie
- Bosjes munt en bosje platte peterselie
- knoflook, een teentje (vers, als het kan!)
- Pecorino of feta
- Citroen

Grill de plakken brood in een grillpan (even inkwasten met wat olijfolie) tot ze van die mooie imagematige streepjes hebben. Pak een koekenpan en zet op het vuur. Plet de knoflook en hak hem goed fijn, denk erbij aan iemand die je niet zo mag. Let op, als je gedroogde knoflook hebt, snijd deze dan even over de lengte open en haal de groene kern er uit; dit lastpak zorgt voor een geïrriteerde maag en die nare, metalige knoflookgeur. We zijn dus beter af zonder hem!

Fruit de knoflook, niet bruin laten worden en voeg de tuinbonen toe. Als ze zo jong zijn hoeven ze niet dubbelgedopt en geblancheerd, maar dit kan uiteraard naar believen worden gedaan. Schud ze lekker om in de olie en strooi er peper en zout over. Maldon zoutvlokken zijn erg lekker hierbij. Een spriets citroensap en wat -rasp om op smaak te brengen en tot slot de fijngehakte peterselie en munt. Schud nog een keertje om en doe een schepje van de tuinboontjes over het gegrillde brood. Maak af met citroensap, olijfolie, geraspte pecorino en een draai zwarte peper. 

Eet het op in de zon op je balkon en drink er een glas koude Grüner Veltliner bij. Vergeet niet om er heel blasé bij te kijken, je blockt tenslotte ook colour en je bent dus retehip:)!

vrijdag 20 mei 2011

Pigs in Space? Pigs in a blanket



Ik heb altijd goede herinneringen aan de weekenden van weleer, van toen ik nog een klein Carolientje was. Verstoppertje spelen, sprookjes luisteren, rolschaatsen, mijn vader in de weg lopen in de tuin, hele afleveringen van My Little Pony naspelen mét My Little Pony, dan weer in de tuin het gazon rondgalopperen met een pony van bamboestokken met plantpotjes als hoeven; potdorie, wat was het druk!

Op zaterdagmiddag was het met name bal. Na een ochtend en/of middag buitenspelen was het tijd voor Tekenfilms & Consorten! Vrouwtje Theelepel, Heidi & Candy Candy met de bibberende ogen, Dr. Snuggles, De Freggles, De Wuzzles, Nils Holgersson en -lievelings allertijden- De Muppets. Duim in je mond en gaan! Kijken, kijken, kijken. 

Je kreeg er natuurlijk wel honger van; dan bracht mamma ons tussendoor een snackje en een bekertje fris, want je kon natuurlijk geen minuut van je plek! Snackjes en tekenfilms, ik vind het nog steeds een reuzecombi. Tekenfilms kijk ik nog steeds graag: mijn grote liefde moet er helaas mee leven dat hij iedere morgen ook nog een aflevering van Spongebob meepakt alvorens het journaal te mogen degusteren.

Tekenfilms. Helemaal prachtig met deze Amerikaanse uitvinding: Pigs in a Blanket. Varkentjes in een deegdekentje.

Men neme:
- Een blikje cocktailworstjes
- Een blik mini-croissantdeeg van de Firma AH
- Eén sjalotje
- Eén volle theelepel fijne mosterd
- Twee eetlepels crème fraîche
- Dille, gedroogde kan ook maar vers is natuurlijk altijd lekker
- Geraspte kaas (naar smaak, ik vind jong belegen lekker)
- Sesamzaad
- Geklutst eitje of melk

Verwarm de over voor op 180 graden. Hak de sjalot heel fijn en roer deze samen met de mosterd, crème fraîche en de dille tot een sausje. Voeg een eetlepel geraspte kaas toe en roer door.

Leg nu op een bakplaat wat bakpapier. Rol het deeg voor je uit en snijd de aangegeven driehoekjes los. Nu wordt het priegelwerk! Doe een theelepeltje van de saus in het croissantdeeg en leg een uitgelekt worstje in het midden van het deeg-driehoekje. Rol ze op zodat het er croissanterig uitziet en leg ze op de bakplaat. Als alle knakkertjes een jasje aan hebben, bestrijk ze met een beetje geklopt ei of melk en voor de finishing touch: strooi een beetje sesamzaad over hun ruggetjes. 

Nu, een kwartier in de oven of gewoon tot ze goudbruin en gaar zijn. Laat zich heerlijk combineren met ranja van Reine Claude, met sinas maar een glas droge witte wijn is ook absoluut geen bezwaar.  

donderdag 19 mei 2011

Recept voor geluk: Frambozen Frangipane Hemel


Soms sta ik voor de spiegel en dan denk ik: "Ik word ook al een dagje ouder". De eerste kraaienpoten hebben zich aangeziend en de kilo's blijven steeds beter plakken. Maar, ik laat me niet kisten! Nee hoor: ik drink liters water op een dag (ik kan mijn kantoor inmiddels beter gaan inrichten in het kleinste kamertje), grijp naarstig naar de Oil of Olaz, ik eet 2x per week vis, ik ga naar de sportschool (...). Toch kan ik de wijzers van de klok niet tegenhouden maar het is okee. Ik ben wel heel erg gelukkig!

Vorig jaar om deze tijd merkte ik dat wanneer je ongelukkig bent, je jezelf helemaal dicht kan kitten met Oil of Olaz of kunt sporten tot je een ons weegt maar dat het je niet zal helpen om er stralend uit te zien. Al shoppend bij de besnorde groentenman, vond ik een wondermiddel dat je hier wél bij kan helpen: Frambozen! Die kleine, roze-rode vriendjes zitten boordevol antioxidanten en smaken als een zonnige namiddag, picknickend met je geliefde, op een rood-witgeblokt kleedje onder een boom.

Koop twee bakjes met leden van dit blozende army of lovers, want ik heb een recept voor geluk, met frambozen, amandelen en eieren... Come on, get happy!

Voor de bodem:
250 gram bloem
150 gram koude roomboter, in blokjes
70 gram basterdsuiker
Snufje zout
1 geklopt ei
1 theelepel citroenzest
Voor de Frangipane-vulling:
2 doosjes frambozen
2 eetlepels frambozenjam
175 gram zachtgeroerde roomboter
100 gram basterd suiker
50 gram amandelspijs
50 gram amandelen, in de keukenmachine tot 'zand' gemalen
75 gram bloem
Snuf zout
Zakje bakpoeder
2 eieren
1 vanillestokje
Geschaafde amandelen ter garnering

Verwarm je oven voor op 200 graden.

Meng in een keukenmachine de boter, suiker, zout en bloem tot kruimelig. Voeg hierbij een theelepeltje citroenrasp en het geklutste ei. Het wordt nu een bal, haal uit de machine en kneed nog even met koele hand vlot door op een met bloem bestoven aanrecht. Slinger er wat huishoudfolie omheen en leg een half uurtje te rusten in de koelkast. Ik kan het nooit laten even een hapje te nemen :).

Beboter een mooie taartvorm (met zo'n ribbelrandje, 28 cm) en bestuif met bloem. Dat hele 'bestuiven', neem dat overigens niet te letterlijk want dat is een ramp om op te ruimen. Ik doe altijd een eetlepel bloem in een vorm en laat dit dan een beetje 'rondlopen'. Wat niet blijft plakken aan de boter is overtollig en kan weg. Bekleed de vorm met het deeg.
Prik wat gaatjes in de bodem en bak blind met wat gedroogde bonen op een stukje bakpapier, ongeveer 20 minuten en haal dan het papier met de blinde vulling eruit. Bak nog even af, een minuut of drie en haal daarna de bodem uit de oven om te vullen.
Draai de oven nu naar 170 graden. 

Zet een grote kom klaar en pak je handmixer of de keukenmachine. Roer de boter romig met de suiker en een beetje zout. Mix de eieren, het bakpoeder, het amandelmeel en de spijs in brokjes door het botermengsel tot egaal. Schraap het vanillestokje leeg en voeg toe; ik vind die zwarte puntjes altijd zo leuk staan!
Indien je het jammer vindt om het lege stokje weg te gooien; bewaar het in een pot basterdsuiker en na een week heb je vanillesuiker, home-made.

De bodem besmeer je met de jam en dan stort je de vulling erin. Nu komt het leuke deel: zoek voor alle framboosjes een lekker plekje in de donzige amandeldeken. Het wordt er best druk op den duur maar dat is niet erg. Zet het nu in de oven en bak af: na dertig minuten kan het amandelschaafsel erover en laat het verder afbakken voor 35 à 40 minuten.

Geluk smaakt het beste als het wordt gedeeld. Met een kopje thee.

woensdag 18 mei 2011

Gra-No-La


"Goed kauwen, da's je halve eten": een gevleugelde uitspraak in Huize De Boer. Goed kauwen is belangrijk, maar de kwaliteit van het gekauwde, moet ook goed zijn. En het belangrijkste gekauwde van de dag is: Het Ontbijt.

De Special K kwam me m'n neus uit, Cruesli is te zoet, Muesli is te muf, een boterham kan ik nog niet helemaal aan in de ochtend: wat te doen? Je maakt je eigen muesli! Of eigenlijk: granola. Want het is geroosterd in de oven. Feeling triggered..?

Men neme:
- 200 gram havermout
- een flinke hand pompoenpitten
- een hand ongezouten, gemengde noten, gehakt
- 100 gram voorgekookte graankorrels, een kwartier gegaard (te verkrijgen bij de besnorde groentenboer)
- 1 eetlepel geraspte kokos
- 150 ml troebele appelsap
- 2 eetlepels honing
- snuf zout
- 1 eetlepel kokosvet
- kaneel
- handje rozijnen
- handje gedroogde cranberries
- handje fijngesneden, gedroogde abrikozen

Verwarm de oven voor op 200 graden (ik heb een hetelucht oven en dat is  meestal de goede temperatuur). Op een bakblik spreid je de havermout, graankorrels, pompoenpitten en de gehakte noten uit.
Doe het appelsap, de honing, zout en het kokosvet met elkaar in een mok of kommetje en geef het een zwieper in de magnetron. In een pannetje kan ook, maar gemak dient de mens. Kluts alles goed door elkaar en giet dan over de bakplaat met inhoud heen. Roer met een pollepel doorheen totdat alles vriendjes is geworden van elkaar. Bestrooi tenslotte met kaneel naar smaak; ik doe een klein beetje.
Zet de plaat terug in de oven en roer het mengsel steeds na een kwartier door. Na een uur zal het geheel zijn veranderd in een mooi, gebronsd maanlandschap. Zet de bakplaat op het aanrecht (fornuis, anywhere) en roer door met je pollepel. Bestrooi met de kokosrasp en de rozijnen, cranberries en abrikozen. Bewaar het in een weckpot of iets in die geest, om de landelijke feel te benadrukken.
Mijn Grote Liefde en ik eten dit vaak met vanilleyoghurt (met van die zwarte puntjes) en frambozen en bosbessen. En we kauwen het goed, “zodat het dan gelijkmatig in je bloed komp”.

I have the summer in my bowl



Ik woon al bijna vier jaar in Bos en Lommer, aan de Kijkduinstraat. De Kijkduinstraat is een klein straatje aan de rand van het buurtje en het is er een gezellige smeltkroes van culturen. De Nederlandse Antillen, Suriname, Indonesië, Noord-Afrika, Midden-Afrika.. ach, wat doe ik toch: heel Afrika, het Oostblok, maar ook de echte Amsterdammers; alle windstreken vinden een vertegenwoordiger in het zonnige Kijkduinstraatje.

Tijdens mijn vorige baan werd ik vaak in het holst van de nacht of bij het krieken van de dag naar huis gebracht door een taxichauffeur. En het viel me op dat álle taxichauffeurs de Kijkduinstraat kenden. Het bleek dat in de jaren '70 en '80 de Kijkduinstraat een populaire bestemming was doordat er een club gevestigd zat waar veel dames van lichte zeden een winkeltje hadden. Tegenwoordig is het ook de thuisbasis van diverse brave starters zoals ikzelf.

Een echte smeltkroes met vele, veelal zonnige smaken dus, net als het Marokkaanse specerijenmengsel Râs al Hânout. Râs al Hânout betekent letterlijk: "het belangrijkste uit de winkel" of ook wel "het beste van de winkel". Alles wat lekker is, is door elkaar geroerd (foelie, piment, kurkuma, nigellazaad, kaneel, kardemom, bosbessen, etc., etc.!). En in Bos en Lommer is het overal te verkrijgen! Dus wat houdt ons tegen? Zeker nu het dit weekend heerlijk weer wordt en het tijd is om de picknickbiezen te pakken!
Deze salade is ideaal om mee te nemen naar het Westerpark, de achtertuin van heel Bos en Lommer:
- 300 gram couscous
- 100 gram rozijnen
- 100 gram abrikozen
- 100 gram feta
- 1 Rode ui
- 1 Citroen
- 1 rode peper
- Puntpaprika
- Theelepel Ras-al-Hanout (mag meer zijn, proef even tussendoor!)
- Eetlepel pijnboompitten
- Bosje koriander, platte peterselie en munt
- Zakje rucola
- Goede olijfolie
- Gembersiroop

Wel de rozijnen en abrikozen in heet water, ongeveer tien minuten en giet ze af. De abrikozen snijd je in reepjes. Bereid de couscous volgens de verpakking en stort de warme couscous in een kom. Voeg de abrikozen en de rozijnen toe. Snipper de rode ui, de rode peper fijn, de puntpaprika in blokjes en meng erdoor. Boen de citroen goed schoon en rasp ongeveer de helft van de schil over de couscous. Rooster de pijnboompitjes in een droge pan tot ze enigszins gekleurd zijn en gooi door de salade.

Hak de koriander, peterselie en munt fijn en meng erdoor. De feta in blokjes door de salade, de Ras-al-Hanout, een flinke slok olijfolie en een klein scheutje gembersiroop over het geheel en wat citroensap naar smaak. Maak af met de rucola en peper en zout om op smaak te brengen. Het is een heel gedoe maar echt de moeite waard; het is heerlijk. Shahiya taiba..!

dinsdag 17 mei 2011

Het witte goud - is alchemie dan toch echt?


Ooit had ik een gesprek met mijn moeder over groot worden en een verschil maken. Ik was achttien en leefde nog volop in de veronderstelling dat ik een succesvol zakenvrouw zou worden. Mijn moeder probeerde mijn enthousiasme te temperen en zei me dat het helemaal niet zo makkelijk is om een verschil te maken. Het verschil: iets wat je achterlaat, iets dat de tijd maar moeizaam of niet kan uitwissen. Mijn moeder keek bedenkelijk; ik zei haar dat zij het verschil had gemaakt met ons. En ik wilde een verschil maken door mijn stempel te drukken. Little did I know...

Maria van Alexandrië was een bijzondere vrouw. Zij heeft een verschil gemaakt. Een verschil waar ik haar sinds het begin van mijn kookloopbaan dankbaar voor ben. Maria van Alexandrië, Maria de Profetesse, Maria de Jodin leefde ergens in de eerste 3 eeuwen van onze jaartelling en was alchemiste. Alchemie was toen nog een populair beroep, een vaak met aanzien. Tegenwoordig ben je dan onderzoeker naar een AIDS-vaccin, straaljagerpiloot of je bouwt ruimtevaartuigen; dat level van coolheid had alchemie destijds. Maar tegelijkertijd was het ook een beetje een speciaal slag volk: ze omgaven hun werkzaamheden met mysterie en vertaalden hun geschriften in geheime tekens waardoor er een link werd gelegd met het occulte. Het was wel slim om het zo aan te pakken, want geheimzinnigheid is nou eenmaal interessanter dan: "ik probeer als drie jaar lang deze klont ijzer in goud te veranderen en moet concluderen dat dat niet kan". Ik denk dat ieder die bekentenis op een opvolger afwentelde.

Maar Maria van Alexandrië is de uitvinder van de methode die we nu au bain marie noemen: haar experimenten vereisten een geleidelijke opwarming en na wat 5-en en 6-en kwam ze ertoe om via het gebruik van stoom een geleidelijke smelting te bereiken. Maria is dus ongeveer even belangrijk als de uitvinder van de paperclip, lucifer en telefoon. Dank Maria, laten we dan nu gaan demonstreren hoe we met behulp van de techniek au bain marie, tóch goud kunnen maken!  

Zonder al te veel omhaal, voor twee personen:
- 750 gram witte asperges, geschild en kontje eraf
- 1 citroen
- 3 eidooiers
- 150 gram Coburger ham, flinterdun gesneden
- handje peterselie, fijngehakt

Bereid de asperges in een aspergepan met een bodempje water en een klein schijfje citroen. Stoom de makkers in 15 minuten gaar.
Voor het overige zet u klaar: een kom (metaal) die zich leent voor au bain marie-bereidingen en een pan met daarin een bodem water; het is belangrijk dat de kom niet in het water hangt maar op de pan "past". Zet de pan op het vuur en warm het op.

Rasp de schil van de citroen en voeg daarbij het sap van een halve citroen en zet apart. Scheid vervolgens de dooiers van de witten en klop deze met een elektrische handmixer in een minuut of vijf tot licht en luchtig in de kom die je bovenop de pan met water hebt gezet. Voeg dan in een straaltje het sap met de zest toe en mix nog 2 minuten. Als het goed is, is de sabayon in volume verdrievoudigd en doet lekker fluffy aan. Breng hem op smaak met zwarte peper en zout.
Het (verwarmde!) bord maak ik op met stuk of 7 asperges en smeer ze liefdevol in met een klein schijfje harde roomboter. Daaromheen drapeer ik de Coburgerham in gezellige ruches en lepel de sabayon er naar smaak overheen. Ik draai er wat peper over en sprinkel wat gehakte peterselie over het geheel. Kijk aan, wit goud! Een glas met iets uit de Deutsche Alsace erin drinken we erbij, we toasten op Maria!

maandag 16 mei 2011

Hoofdvakantie en the next best thing

Op zo'n regenachtige dag droom ik een beetje weg achter mijn computer; ik ga het liefste even met vakantie. Meestal is het een vakantie uit het archief; dat zijn de beste want je weet er dan goed de weg.

Frankrijk is en zal altijd mijn favoriete vakantie-oord blijven. Vakanties met de familie in Ste. Maxime, waar je het leven ervaart alsof er geen donkere kleuren bestaan. Alles is er licht, warm, luchtig, zacht, behaaglijk in ieder opzicht, alsof de kleuren daar geklopt zijn als eiwitten. Ik loop door de straten, ga een hoekje om wandel langs mijn favoriete marktje. Bij de patissier moet je de frambozentaartjes nemen, met van die dikke slagroom. Café Noisette met een krantje bij het Café de France, met uitzicht over de baai met aan de overkant St. Tropez.

De tinteling van de zon op je huid, de koelte van de eerste stap in een zwembad, de geur van zand en zonnebrandcrème, het eerste teugje van een glas koude sauvignon blanc, het uitzicht over zee als nog niemand wakker is en je de eerste persoon op aarde lijkt die het aanziet; alles is verworden tot geliefde herinneringen in mijn mentale fotoboek.

Om dus even op vakantie te gaan heb je niet zoveel nodig, want ook de beste uitvinding van de Fransen is gewoon binnen handbereik. Men neme:

- 300 gram kogel-/ haasbiefstuk: tip! laat dit hakken door je slager (ik krijg er een lamme arm van :)
- Twee kakelverse eidooiers
- Eetlepel cornichons
- Halve eetlepel kappertjes
- Volle theelepel Dijon mosterd
- Een sjalotje
- Volle theelepel ketchup
- Worcestersaus, theelepel
- Tabasco, theelepel
- Platte peterselie
- Scheutje cognac
- Mooie olijfolie
- Bieslook
- Ansjovis
- Scheutje cognac
- Peper en zout

Wat je je goed moet realiseren is dat er in dit recept eigenlijk geen echte regels zijn: je mag alles naar je eigen smaak doen. Het vlees is de hoofdrolspeler en moet wel een echte ster zijn; goede kwaliteit is dus een vereiste. Je wilt echt de Brad Pitt onder de biefstukken.

Hak de sjalot, kruiden, cornichons, ansjovis en kappertjes allemaal ragfijn. Voeg vervolgens Mosterd & De Vloeibare Vrienden toe. Roer de tartaar erdoorheen en laat de smaken even intrekken. Serveer het niet te koud; laat het geheel lekker op temperatuur komen om alle smaken tot hun recht te laten komen.

Eet het met franse frites en/of toast (hangt ervan af of je lijnt, zoals bepaalde mensen..) en serveer met frisée sla met een lichte vinaigrette. Ik schenk een glas witte wijn in en eet de steak tartare dan op het balkon van een groot vakantiehuis. Okee, dat laatste denk ik erbij!

Crunchie Love


Zo nu en dan word ik overvallen door een vlaag van nostalgie, van heimee naar vroeger. Ik was zestien jaar en nog gelukkig in onwetendheid over wat me te wachten stond in de grote boze mensen wereld. In de schemer van mijn tienertijd, giechelend in de gangen van de school met vriendinnen, op de brommer naar school, flirten in het café waar ik mijn tussenuren doorbracht maar ook bij mamma op de bank met kopjes thee.

Het leven was echt -de cliché doet zijn werk- ongecompliceerd. Hoewel .. er was vaak en veel liefdesverdriet, en ook een zwaar geval van onbeantwoorde liefde. Deze onbeantwoorde liefde was eigenlijk een geval van verlegenheid aan beide kanten en dus probeerden we wel zoveel mogelijk in elkaars buurt te zijn. Samen er tussen knijpen tijdens lesvrije uren bracht ons dan vaak naar de Amersfoortse binnenstad, naar een aantal vaste adressen: onder meer naar De Karsseboom voor chocolademelk, naar La Place voor een broodje kruidenkaas en naar De Tuinen voor de onnavolgbare Crunchie van Cadbury. 

De Crunchie was een geval apart: het smaakte als een wetenschappelijk experiment. De 'warme', knapperige binnenkant met bubbels die in het hart van de reep groter  waren, smakend als toffee-honing en dan daaromheen Cadbury's melkchocolade met een romige gecondenseerde-melk-smaak.. We aten dit dan met een kopje thee. Ik nam kleine muizenhapjes om er extra lang mee te doen en liet dan de kleine, magische bubbels smelten op mijn tong, terwijl we op onze buik lagen met ons tekstboek Duits voor onze neuzen.

Zo smaakte tienerliefde. Maar ik kon deze liefde al geruime tijd niet meer vinden bij De Tuinen. Dus ik heb lang gezocht naar het recept en met succes: 

- 4 eetlepels Golden Syrup (te verkrijgen bij de toko)
- 100 gram witte basterdsuiker
- 1,5 theelepel dubbelkoolzure soda (Natriumbicarbonaat of gewoon zuiveringszout in de volksmond, ook bij de toko)

Daarbij zet je klaar: een steelpannetje, een pollepel en een bakplaat met een stuk bakpapier erop (30 cm x 30 cm). In het pannetje roer je de suiker door de Golden Syrup (stevig goedje, dus schep dit uit de pot met een onder de kraan verwarmde lepel) en laat dit dan rustig op het vuur staan tot alles lekker bubbelt en een mooie karamelkleur heeft gekregen. Beslist niet meer roeren als het aan het smelten is, je roert enkel om de suiker door de syrup te verspreiden. Haal de kolkende karamelkleurige massa nu van het vuur en voeg de dubbelkoolzure soda toe. Lekker roeren nu met je pollelepel en kijk naar je eigen wetenschappelijke experiment!! Het bubbelt en bruist dat het een lieve lust is. Na 20 seconden stevig roeren giet je de massa op de bakplaat.

Laat deze plak de hele dag uitharden en hak dan -als het helemaal gehard is- in brokken. Je eet deze brokken zo, op een bol vanilleijs maar van dippen in melkchocolade zal het ook beslist niet onsmakelijk worden. Veel plezier met je wandeling langs mijn memory lane...  

woensdag 11 mei 2011

Pappadums met tonijntartaar

O verschrikking.. ik ben aan de lijn. Aan de lijn betekent in de praktijk dat ik ter stond alles wat eetbaar is in mijn mond wil stoppen, ik wilde fantasieën heb over bitterballen en dat ik sta te schuimbekken bij de aanblik van de tosti's van mijn collega's.

Aan de lijn, dat is het enige wat ik gemeen heb met de tonijn. En ik ben eigenlijk ook heel dolfijnvriendelijk als ik er zo over nadenk. Gisteren had ik dus mijn eerste lijndag en ter optimalisering van de aftrap viel de keuze op pappadum tonijntartaar, omdat dat zo lekker krokant is en toch maar pak-'m-beet 251 kcal per stuk.

Op de boodschappenlijst, voor twee personen:
- Mootje tonijn
- Lenteui
- Japanse (lichte) sojasaus
- Citroen of limoen
- 2 pappadums
- Halve avocado
- Sesamzaad
- Bosje koriander
- Wasabi
- Crème fraîche, light!
- Ingelegde gember
- peper, zout, olie (sesam als je hebt)

Rock & roll, we gaan: snijd de tonijn in kleine blokjes, echt klein, en doe in een kom. Voeg daarbij de avocado, in blokjes, of geprakt in het geval je ongeduldig bent. Dan: lenteui in fijne ringetjes, koriander fijngesneden, een eetlepel sojasaus, een theelepel sesamolie, eventueel een beetje (neutrale) olijfolie, een kneep citroen- of limoensap, peper en zout, voorzichtig het geheel door de tonijn mengen en proeven of het op smaak is.

In een kommetje: meng een lepel crème fraîche met een dotje wasabi en roer goed door.

Voor de krokante magie van de pappadum: pappadums worden over het algemeen gefrituurd maar dat is voor mijn tengere taille (...) geen bon plan. Dus, bij wijze van alternatief: men neme twee pappadums, twee vellen keukenrol en een neutrale, plantaardige olie. Maak van één van de vellen keukenrol een propje en giet hier wat olie op. Wrijf hiermee vervolgens voorzichtig over de pappadums tot alles een beetje geolied is: het is niet echt zichtbaar want het trekt snel in. Leg deze rakkers met geoliede zijde naar boven op het andere keukenrolvelletje en in de magnetron, 1000W voor 40 seconden. Tadaa! Pappadums Light 2.0!

Op het bord: de pappadum, daarop de helft van de tartaar, garneer met streepje wasabicrème en wat ingelegde gember en een blaadje koriander. Laat zich slecht combineren met mes & vork maar desalniettemin ..soms is diëten geen straf!


dinsdag 10 mei 2011

Een affaire met citroenen


Na weer een overvolle tas groente, vruchten en kruiden bij de groentenman te hebben weggesleept, vroeg ik me thuisgekomen toch af: wat doet een mens met 12 citroenen? Kijk, het waren er dus 4 voor een euro, dus was ik een dief van mijn eigen portemonnee als ik er maar drie nam. Hoe ik dan met 12 stuks eindig..
De dag ervoor had ik ook een ogenschijnlijk nutteloze aankoop gedaan, namelijk een rol Beurre d'Isigny: de heerlijkste boter die ik ooit heb geproefd en sindsdien moet ik  -wanneer ik in de gelegenheid ben- een rol kopen. De boter zelf is niet nutteloos maar omdat het de hinderlijke neiging heeft zich op te stapelen op mijn dijen, onderzijde bovenarmen en buik, kan ik maar beter een ander gangpad kiezen in de supermarkt...

Allez, hier de uitgelezen kans om er iets heerlijks van te maken: Lemon Curd.
Men neme:
- 3 citroenen, goed geboend onder de kraan
- 100 gram roomboter
- 125 gram basterdsuiker
- 5 eidooiers

Prep: Zet een pannetje water op het vuur: we gaan de lemon curd au bain marie garen, dus zet ook alvast een passend schaaltje/ kommetje klaar. Het water kan toe met een hele mellow bubbel, dus als het kookt mag het vuur zacht gezet. Daarnaast hebben we nodig: twee kleine, gesteriliseerde jampotjes die ready to rumble zijn.

Met je ballongarde in de aanslag.. daar gaan we!

Scheid de eidooiers van de witten (één op de drie hè, tis toch veel :)) en doe de dooiers apart in een kommetje. De witten kun je bewaren om schuimpjes van te maken, maar ik stuurde ze naar zee.

Rasp de schil van de citroenen maar wees voorzichtig: lemon curd met stukjes vingerkootje is niet waar we op uit zijn. Pers vervolgens de citroenen uit. Snijdt de boter in stukjes en doe dit in de schaal of kom. Voeg de rasp, de suiker en het sape toe en verwarm dit mengsel al klutsend totdat alle boter gesmolten is.

Haal de kom even van het hete water af en voeg de dooiers toe en kluts lekker door elkaar allemaal. Zet het geheel al roerende op de pan met zacht borrelend water en roer nog ongeveer een minuut of 4. In ieder geval totdat de gele massa blijft kleven aan de randen van de kom. Als dat stadium bereikt is kan de curd in de potjes worden geschonken. Zet ze koud en wacht totdat de massa afgekoeld is en lekker lobbig...

Je gebruikt het om op warme toast met roomboter te smeren, op geroosterd krentenbrood, cupcakes mee te versieren, op scones met clotted cream maar echt, je vingers smaken ook heel goed met de Lemon Curd.
Wat boter, citroen en suiker al niet kunnen worden!!!!

Kip Adje van de BBQ!


Ik ging op zoek naar de ideale barbecue-disch voor een groep mannen. Een hele kip op de 'cue leek me in eerste instantie wat ambitieus maar toen ik op zoek ging, kwam ik hét perfecte recept tegen: Kip Met Bier. Kip met Bier, oftewel Beer Can Chicken, is een fenomeen. Dit. Is. Mannenvoedsel. Serieus.
Stroop je mouwen op en ga aan de slag, want het resultaat is magnifiek!!!

In de keukenmachine:
- 2 eetlepels zwarte peperkorrels
- 2 eetlepels zeezout
- 1 eetlepel mosterzaad
- 1 theelepel paprikapoeder
...- 1 theelepel komijnzaad
- 1 theelepel korianderzaad
- 2 volle eetlepels bruine suiker
- 1 volle theelepel kerriepoeder
- Oregano & heel veel thijm
- Twee tenen knoflook
- Twee blikjes Palm of iets anders lekkers
- Twee kippen

Laat alle kruiden, suiker, knoflook en specerijen draaien totdat alles helemaal fijn is. De kip wrijf je ondertussen in met een flinke scheut olijfolie. Smeer de kipjes daarna helemaal in met het kruidenmengsel, lekker veel, ook onder zijn velletje en aan de binnenkant. Neem het blikje bier en zorg dat deze voor de helft leeg is (ik geef geen hints) en prik er nog wat gaten in aan de zijkant boven zodat de stoom aan alle kanten in het kipje kan rondwaren.


Zet Kipmans over het blikje heen zodat het lijkt of hij lekker zit. Duw een kwart citroen in zijn nek en zet hem op een hete BBQ (grijze, smeulende kolen is het goede stadium) op een stuk folie neer, deksel erop en zo 75 minuten laten grillen. De twee kipjes kunnen tegenover elkaar staan alsof ze een goed gesprek aan het voeren zijn. 'Tis so very tasty!